2024/25 les 2 B1D

Je vois.....

Iedereen maakt in zijn hoofd meerdere zinnen in het Frans

Iedereen komt aan de beurt.

Jouw zin al geweest?
Maak de zin langer
petit, grand, et, kleur, getal


1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Je vois.....

Iedereen maakt in zijn hoofd meerdere zinnen in het Frans

Iedereen komt aan de beurt.

Jouw zin al geweest?
Maak de zin langer
petit, grand, et, kleur, getal


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • la grammaire - la négation
  • voorzetsels 
Le but: à la fin de ce cours:
  • snap ik hoe ik een ontkenning maak in het Frans
  • kan ik vertellen op welke plaats zich iets bevindt.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Ik ga hier in het Frans zinnen maken om  de ontkenning duidelijk te maken. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je parle français
Hoe zeg je nu: ik praat geen Frans?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Négation (ontkenning)
In het Frans bestaat een ontkenning uit meerdere woorden:
  • ne ... pas = niet / geen

De ontkenning staat om de persoonsvorm
Ne staat ervoor en pas komt erachter.




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonsvorm? 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonsvorm? 
Dit is het eerste werkwoord in de zin.

Wat is de persoonsvorm in de volgende zinnen?
Je suis néerlandais
j'ai 12 ans
Tu aimes parler français?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een persoonsvorm? 
Dit is het eerste werkwoord in de zin.

Hoe maak je deze zinnen ontkennend in het Frans?
Je suis néerlandais
j'ai 12 ans
Tu aimes parler français?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Négation (ontkenning)
In het Frans bestaat een ontkenning uit meerdere woorden:
  • ne ... pas = niet / geen

De ontkenning staat om de persoonsvorm
Ne staat ervoor en pas komt erachter.

Elle ne regarde pas la télé = Zij kijkt geen tv.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De ontkenning in het Frans
Ik ben in Parijs.
Je suis à Paris.

Ik ben niet in Parijs.
Je ne suis pas à Paris.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan

1.   Zoek de persoonsvorm (eerste werkwoord in de zin).

2.  Zet ne voor de persoonsvorm

3. Zet pas achter de persoonsvorm


LET OP! Begint de persoonsvorm met een klinker/h  >  n'



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zinnen ontkennend

Je ne suis pas néerlandais
je n' ai pas 12 ans

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Staat de ontkenning goed in de zin?
Je ne pas suis français.
A
B

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Staat de ontkenning goed in de zin?
Samuel ne regarde pas la télé.
A
B

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de ontkennende zin van
je regarde la télé?
A
Je regarde ne la télé pas
B
Je ne regarde pas la télé
C
Ne je pas regarde la télé
D
je ne regarde la télé pas

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend:
Vous êtes en France
A
Vous ne êtes pas en France
B
Vous êtes en ne France pas
C
Vous n'êtes pas en France
D
Vous n'êtes en France pas

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

c'est in de ontkenning wordt:
A
c'est ne pas
B
c' n'est pas
C
ne c'est pas
D
ce n'est pas

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend:
Elle travaille bien. (niet)
ne .... pas

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

page 136

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

et maintenant....une jolie chanson pour pratiquer

ne ... pas
voorzetsels

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

où est le mouton?
(= waar is het schaap?)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

le mouton est..........le cube et le cylindre

A
devant
B
sur
C
dans
D
à côté

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

le mouton est...............du cube et du cylindre
A
sur
B
devant
C
dans
D
à côté

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

le mouton est.............le cube
A
dans
B
sur
C
devant
D
à côté de

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

le mouton est ..........le cylindre et le cube
A
devant
B
sur
C
dans
D
derrière

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

le mouton est...........du cylindre et du cube

A
devant
B
dans
C
à droite
D
à gauche

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

le mouton est...........le cylindre
et .........le cube
A
devant le cube, à côté le cylindre
B
sur le cube, sous le cylindre
C
devant le cube, derrière le cyllindre

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les devoirs 
Leren: apprendre 1 et 10 page 133 et 136
Maken: exercice 17 blz 127

AU TRAVAIL. Klaar? Oefen in classroom bij 'oefenmateriaal' verder met de ontkenning en de woordjes.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les devoirs 
Leren: apprendre 1 et 10 page 133 et 136
Maken: exercice 17 blz 127

AU TRAVAIL. Klaar? Oefen in classroom bij 'oefenmateriaal' verder met de ontkenning en de woordjes.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Aaan het einde van de les ga ik oefenen met zinnen maken met de voorzetsels en de ontkenning.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bingo
Teken een bloemetje met 6 blaadjes.
Vul 6 Franse voorzetsels in.
Wie heeft als eerste het bloemetje vol?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exercice 17
1. devant
2. sur
3. à côté de
4. sous
5. dans
6. derrière

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies