2024 week 4 les 1 en 2

  • Les devoirs
  • écouter
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met de voorzetsels
  • kan ik de weg uitleggen in het Frans 
  • kan ik spellen in het Frans
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

  • Les devoirs
  • écouter
  • parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • heb ik geoefend met de voorzetsels
  • kan ik de weg uitleggen in het Frans 
  • kan ik spellen in het Frans

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
battle - apprendre 4 en 6

Slide 2 - Tekstslide

pour commencer....une jolie chanson

ne ... pas
voorzetsels

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

où est le mouton?
donne la bonne réponse

Slide 5 - Tekstslide

le mouton est ..........le cylindre et le cube

Slide 6 - Tekstslide


A
devant
B
sur
C
dans
D
à droite

Slide 7 - Quizvraag

le mouton est...........du cylindre et du cube

Slide 8 - Tekstslide


A
devant
B
dans
C
à côté de
D
sur

Slide 9 - Quizvraag

le mouton est..........le cube et le cylindre

Slide 10 - Tekstslide


A
devant
B
sur
C
dans
D
à gauche

Slide 11 - Quizvraag

le mouton est...........le cylindre et .........le cube

Slide 12 - Tekstslide


A
sur, sous
B
sous, sur
C
devant, derrière
D
derrière, devant

Slide 13 - Quizvraag

le mouton est.............le cube

Slide 14 - Tekstslide


A
dans
B
sur
C
devant
D
à droite

Slide 15 - Quizvraag

le mouton est...........du cube et du cylindre

Slide 16 - Tekstslide


A
dans
B
sur
C
devant
D
derrière

Slide 17 - Quizvraag

Exercice 17
1. devant
2. sur
3. à côté de
4. sous
5. dans
6. derrière

Slide 18 - Tekstslide

Exercice 9
Tout droit - rechtdoor
à gauche - naar links
à droite - naar rechts

Slide 19 - Tekstslide

Exercice 10
1. dichtbij
2. oké
3. succes
4. jij neemt
5. de bakker
6. tweede
7. verhuizen
8. wit

Slide 20 - Tekstslide

Écouter - exercice 11
l'alphabet en français

Onderstreep de letters die anders worden uitgesproken

Slide 21 - Tekstslide

l'alphabet

Slide 22 - Tekstslide

Épéléz - spel om de beurt

exercice 11



timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Exercice 12, 13, 14

Slide 24 - Tekstslide

Wat is 1e, 2e en 3e in het Frans?

Slide 25 - Tekstslide

Premier - dernier
Deuxième
Troisième
Quatrième
Cinquième
etc.

Slide 26 - Tekstslide

Hoe zeg je?
Het is dichtbij
Het is veraf

Slide 27 - Tekstslide

C'est tout près
C'est loin

Slide 28 - Tekstslide

Leg de weg uit naar een lokatie
- neem een bestemming in gedachte
- teken het op een kaartje
- leg uit hoe de ander moet lopen

Tip: gebruik woorden/zinnen apprendre 4 en apprendre 7

Slide 29 - Tekstslide

Les devoirs
Leren apprendre 4 en 6

Doorkijken apprendre 5: grammaire 2 - de ontkenning

Slide 30 - Tekstslide

  • la négation
Le but: à la fin de ce cours:
  • kan ik de ontkenning toepassen in het Frans

Slide 31 - Tekstslide

La négation

Slide 32 - Tekstslide

Ontkenning: Stap 1

Wat is het werkwoord (persoonsvorm) in een zin in het Frans?

Slide 33 - Tekstslide

Wat is de werkwoordsvorm in deze zinnen?

Bonjour, je suis madame Rogers. 
J'ai 49 ans et j'habite à Abbenbroek. 
Je suis prof de français. 
Le nom du collège où je travaille est Stanislas College

Slide 34 - Tekstslide

Wat is de werkwoordsvorm in deze zinnen?

Bonjour, je suis madame Rogers. 
J'ai 49 ans et j'habite à Abbenbroek. 
Je suis prof de français. 
Le nom du collège où je travaille, est Stanislas College

Slide 35 - Tekstslide

La négation



je suis madame Rogers
je ne suis pas madame Rogers

Slide 36 - Tekstslide

Let op klinkerbotsing!!



j'habite à Abbenbroek 
je n'habite pas à Abbenbroek

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Stappenplan
1: Bepaal wat de persoonsvorm in de zin is.

2: Plaats ne of n' voor de persoonsvorm.

3: Plaats pas achter de persoonsvorm.

Slide 39 - Tekstslide

Blz 124 boek
ne.... plus
ne.... jamais
ne..... rien
!! in boek

Slide 40 - Tekstslide

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Nous parlons français.

Slide 41 - Woordweb


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 42 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Elle danse toute seule.

Slide 43 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Charlotte travaille au restaurant. 

Slide 44 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Charlotte travaille au restaurant. 

Slide 45 - Open vraag


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 46 - Open vraag

c'est in de ontkenning wordt:
A
c'est ne pas
B
c' n'est pas
C
ne c'est pas
D
ce n'est pas

Slide 47 - Quizvraag

Maak de zin ontkennend:
Vous êtes en France
A
Vous ne êtes pas en France
B
Vous êtes en ne France pas
C
Vous n'êtes pas en France
D
Vous n'êtes en France pas

Slide 48 - Quizvraag

Tu aimes le foot?
A
Non, j'aime pas le foot
B
Non, ne j´aime pas le foot
C
Non, je ne aime pas le foot
D
Non, je n'aime pas le foot

Slide 49 - Quizvraag

Nooit

Niets

Niet meer

Niet/geen
ne...pas
Ne...jamais
Ne....plus
Ne....rien

Slide 50 - Sleepvraag

Les devoirs

leren: apprendre 7
Maken:  16b, 16c, 16d blz 123 en 124

Slide 51 - Tekstslide