Havo 1 Hoofdstuk 4 par 2.1 t/m 2.3

Wat weten we tot nu...
  • Wat de woorden som, verschil, product, quotiënt, term, factor, deler en deeltal betekenen
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weten we tot nu...
  • Wat de woorden som, verschil, product, quotiënt, term, factor, deler en deeltal betekenen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Rekenvolgorde
2 + 2 + 2 + 2 = 8 (Dit kunnen we makkelijker schrijven!)

4 x 2 = 8 (Een keer som is eigenlijk een herhaalde optelling)

Als we een som uitrekenen moeten we eerst de keersommen uitrekenen voordat we gaan optellen en aftrekken.

Slide 3 - Tekstslide

4 + 8 x 3 = ?
Antwoord in stapje opschrijven:
  • 4 + 8 x 3 =                         (We rekenen eerst de keer som uit)
  • 4 + 24 =                              (We tellen het product op bij 4)
  • 4 + 24 = 28                        (Nu nemen we de som van de termen)

Slide 4 - Tekstslide

Gelijkwaardige bewerkingen
  • Vermenigvuldigen - delen
  • Optellen - aftrekken

Slide 5 - Tekstslide

8 - 16 : 4 = ?
  • 8 - 16 : 4 =             (We gaan eerst het quotiënt nemen)
  • 8 - 4 =                     (We nemen het verschil van de twee termen)
  • 8 - 4 = 4

Slide 6 - Tekstslide

8 + 5 x 6 =
A
78
B
19
C
38
D
98

Slide 7 - Quizvraag

8 x 3 + 5 x 6 =
A
54
B
384
C
384
D
174

Slide 8 - Quizvraag

12 : 3 + 1 x 5 =
A
15
B
25
C
9
D
6

Slide 9 - Quizvraag

Rekenregel!
Vermenigvuldigen en delen gaat voor optellen en aftrekken!

Slide 10 - Tekstslide

Succes met de opgave!
Bettermarks par 2.1 t/m 2.3

Slide 11 - Tekstslide

Rekenen met haakjes
Wat als we van de vaste volgorde wille afwijken?
Dan zetten we haakjes om het gedeelte van de som dat we eerst uit willen rekenen!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Nu met meer termen quotiënten en factoren!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Succes met de opgave!
Bettermarks par 2.4 t/m 2.6

Slide 18 - Tekstslide