T4a - ma 9-9 1.2 Lezen (signaalwoorden)

Een voorbeeld van een concluderend signaalwoord is...
A
daarom
B
dus
C
echter
D
en
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Een voorbeeld van een concluderend signaalwoord is...
A
daarom
B
dus
C
echter
D
en

Slide 1 - Quizvraag

Een voorbeeld van een tegenstellend signaalwoord is...
A
omdat
B
want
C
echter
D
maar

Slide 2 - Quizvraag

Een voorbeeld van een redengevend signaalwoord is...
A
maar
B
en
C
tot slot
D
daarom

Slide 3 - Quizvraag

Tekstverbanden en signaalwoorden

Een tekst zonder signaalwoorden bestaat eigenlijk niet! (Zelfs in boekjes van Nijntje worden signaalwoorden gebruikt:).)
Zelfs het simpelste woordje 'en' is een signaalwoord.

Ik pakte mijn fiets EN fietste naar school. --> Er wordt iets OPGESOMD!

Slide 4 - Tekstslide

We gebruiken signaalwoorden...
Stel je voor dat je moeder zegt:
'Je mag naar dijk, tenzij je veel gaat drinken'.

Dan snap je waarschijnlijk wel wat ze bedoelt, ook al weet je niet hoe het tekstverband heet en welk signaalwoord er is gebruikt.



Stel je voor dat je moeder zegt:

'Je mag naar het schoolfeest, mits je vriendin ook komt'.

In dit geval is het al wat lastiger om te bedenken wat je moeder nu bedoelt. Moet je vriendin nu wel of niet naar het schoolfeest komen? 

Slide 5 - Tekstslide

Maar...
Stel je voor dat je moeder zegt:
'Je mag naar het schoolfeest, MITS je vriendin ook komt'. 

In dit geval is het al wat lastiger om te bedenken wat je moeder nu bedoelt. Moet je vriendin nu wel of niet naar het schoolfeest komen?

 


Stel je voor dat je moeder zegt:

'Je mag naar het schoolfeest, mits je vriendin ook komt'.

In dit geval is het al wat lastiger om te bedenken wat je moeder nu bedoelt. Moet je vriendin nu wel of niet naar het schoolfeest komen? 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Dit blad met signaalwoorden voor je pakken.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Zelf maken
Maak nu 1.2 opdracht 9, 10, 11 en 12

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide