H5 par. 5.3.2. De Gouden Eeuw

Memo hm 2
H5 De tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw
par. 5.3.2. Arm en rijk
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Memo hm 2
H5 De tijd van regenten en vorsten
De Gouden Eeuw
par. 5.3.2. Arm en rijk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
4) Ik kan uitleggen waarom de periode tussen 1588 en 1672 de Gouden Eeuw wordt genoemd.
5) Ik kan met een voorbeeld uitleggen wat er bijzonder was aan kunst in de Gouden Eeuw.
6) Ik kan uitleggen dat het niet voor alle inwoners van de Republiek een Gouden Eeuw was.

Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 2 - Tekstslide

Arm en rijk
Gouden Eeuw = De periode van welvaart en van de bloei van de kunst en wetenschap in de Republiek tussen 1588 en 1672.

  • Bloei van de handel en nijverheid in de Republiek (Oostzeehandel, handel met Azië, Afrika en Amerika).
  • Bloeiende schilderkunst met een eigen stijl.
  • Wetenschappelijke revolutie.  

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Arm en rijk
Wie kochten kunst?
  • Rijke opdrachtgevers en stadsbesturen gaven opdracht voor schilderijen (bijvoorbeeld schuttersstukken).
  • Ook winkeliers en ambachtslieden konden zich schilderijen veroorloven.

Bekende schilders waren: Rembrandt van Rijn, Johannes Vermeer, Frans Hals en Jan Steen.

Slide 5 - Tekstslide

Arm en rijk
Welke soorten schilderijen waren er?
  • Portretten
  • Stadsgezichten
  • Landschappen
  • Genreschilderijen (dagelijks leven)

Bijzondere onderwerpen: Schilderijen van het dagelijks leven van gewone mensen.


Slide 6 - Tekstslide

Arm en rijk
Verschillende sociale lagen

  • Rijke kooplieden
  • Winkeliers en ambachtslieden
  • Arbeiders
  • Armen

Grote verschillen in rijkdom, macht en status.

Slide 7 - Tekstslide

De Gouden Eeuw duurde van 1568 tot 1672.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de Gouden Eeuw?
A
Bloei in de kunst
B
Bloei in de wetenschap
C
Groeiende handel en industrie
D
Groeiende handel en nijverheid

Slide 9 - Quizvraag

Wat maakte de kunst van de Gouden Eeuw zo bijzonder?
A
De figuren in schilderijen leken niet te bewegen.
B
Er werden alleen koningen en edelen geschilderd.
C
Onderwerpen uit het dagelijks leven.
D
Onderwerpen uit de Bijbel.

Slide 10 - Quizvraag

De rijkdom werd in de Republiek eerlijk verdeeld.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Leerdoelen
4) Ik kan uitleggen waarom de periode tussen 1588 en 1672 de Gouden Eeuw wordt genoemd.
5) Ik kan met een voorbeeld uitleggen wat er bijzonder was aan kunst in de Gouden Eeuw.
6) Ik kan uitleggen dat het niet voor alle inwoners van de Republiek een Gouden Eeuw was.

Ken je de begrippen en jaartallen uit deze paragraaf.

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag
Wat? Zie whiteboard.
Hoe? Alleen 
Hulp? Bij je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit? Dan bij je docent. 
Tijd? Tot het einde van de les. 
Klaar? Leer begrippen en jaartallen. Vraag docent. 

Slide 13 - Tekstslide