Les 1 Snelheid

Les 1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 1

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt beschrijven wat snelheid is.
5.1.2 Je kunt de eenheid van snelheid noemen.
5.1.3 Je kunt de snelheid in meter per seconde omrekenen naar kilometer per uur en omgekeerd.
5.1.4 Je kunt de snelheid berekenen van een bewegend voorwerp.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie maken BB (digitaal)
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Snelheid
Snelheid is de maat voor hoe snel iets beweegt

Slide 4 - Tekstslide

Eenheid
Een fi etser legt in 1 seconde 4 meter af. De ti jd is 1 seconde. De afstand is 4 meter.
De snelheid van de fi etser is dan 4 meter in iedere seconde. Je kunt ook zeggen:
4 meter per seconde.
Meter per seconde is de eenheid van snelheid. Meter per seconde kun je afk orten
met m/s.
De betekenis van de afk orti ng is:
m = meter
/ = per
s = seconde

Slide 5 - Tekstslide

Kilometer per uur is ook een eenheid van snelheid. Je kunt dit afkorten met km/h.
De betekenis van de afkorting is:
km = kilometer
/ = per
h = uur
De h komt van hour, dat is uur in het Engels.

Slide 6 - Tekstslide

Omrekenen van km/h --> m/s
Een snelheid in kilometer per uur kun je omrekenen naar meter per seconde.
Hiervoor moet je de snelheid in km/h delen door 3,6

Slide 7 - Tekstslide

m/s --> km/h
Andersom kan het ook. Weet je de snelheid in m/s, dan kun je de snelheid in
km/h uitrekenen. Je moet de snelheid in m/s dan vermenigvuldigen met 3,6

Slide 8 - Tekstslide

Snelheid berekenen
Snelheid = afstand : tijd

Slide 9 - Tekstslide

Omrekenen m/s --> km/h

Slide 10 - Tekstslide

maken

Opdracht 1 t/m 12  


Slide 11 - Tekstslide

Je rijdt met je vader mee in de auto
Hoe weet je de snelheid van de auto
A
Dat zie je op de afstandsmeter
B
Dat zie je op de kilometerteller
C
Dat zie je op de snelheidsmeter

Slide 12 - Quizvraag

: 3,6
x 3,6

Slide 13 - Sleepvraag

...................... .......................  ..............................
Tijd
Snelheid
afstand
  :
  =

Slide 14 - Sleepvraag