Veilig handelen LKR

Hoe handel je kwaliteitsbewust in de kinderopvang?
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Hoe handel je kwaliteitsbewust in de kinderopvang?

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud:
  1. Kwaliteitsbewust handelen
  2.  Veilig handelen
  3. Respectvol en belevingsgericht handelen

Methodisch en hygiënisch handelen = vak verzorging

Slide 2 - Tekstslide

1. Kwaliteitsbewust handelen

Slide 3 - Tekstslide

Veilig handelen

Slide 4 - Tekstslide

Veilig handelen?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Video

Permanente begeleiding.

Mag je de kinderen dan nooit alleen laten?

Slide 7 - Tekstslide

Risico-analyse

Slide 8 - Tekstslide

actielijst
https://www.kindengezin.be/nl/professionelen/sector/kinderopvang/kwaliteit-de-opvang/risicoanalyse

Slide 9 - Tekstslide

De 3 A’s van risicoanalyse 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

3. Respectvol en belevingsgericht handelen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn risicofactoren voor moeilijk/onaanvaardbaar gedrag?
  1. Achtergrond
  2. Omgevingskenmerken
  3. Gezinskenmerken
  4. Kindkenmerken
  5. Opvoederkenmerken 

Slide 15 - Tekstslide

Achtergrond
  • 1-oudergezin (ouders die gescheiden zijn, ...)
  • Armoede
  • Lage sociaal economische status (ouders hebben een laag inkomen)
  • Lage opleiding ouders (ouders zijn vb. cognitief minder sterk)
  • Laag beroepsniveau (ouders kunnen vb. geen chromebook kopen of              bijles betalen)
  • Werkloosheid 

Slide 16 - Tekstslide

Omgevingskenmerken
2 om meer ingrijpende levensgebeurtenissen kunnen een grote impact hebben op het kind. Bijvoorbeeld: overlijden familielid, verhuis, krijgen van broertje of zusje...

Slide 17 - Tekstslide

Gezinskenmerken 
  • Moeilijke relatie tussen de ouders die een invloed heeft op de opvoeding en ontwikkeling van het kind.  

Slide 18 - Tekstslide

Kindkenmerken
  • Persoonlijkheid van het kind
  • Karakter/temperament van het kind 
  • Ligt niet in de verwachtingen van de ouders

Slide 19 - Tekstslide

Opvoeder-kenmerken

  • Laag psychisch welzijn (depressie)
  • Fysieke beperking
  • Afwijzende ouder

Slide 20 - Tekstslide

Opvoedingsmiddelen bij moeilijk/onaanvaardbaar gedrag

  1. Veiligheid bieden
  2. Sensitief en responsief reageren
  3. Goede communicatie
  4. De ik-boodschap
  5. Structuur en regels
  6. Straffen en belonen 

Slide 21 - Tekstslide

Versterkers:
= voor wanneer we willen dat een bepaald gedrag meer voorkomt.

  • Sociale versterker: schouderklopje, duim opsteken, compliment
  • Materiële versterker: snoepje, koekje sticker, cadeautje
  • Activiteitenversterker: gezelschapsspel, ravotten in de tuin, naar de zee of het pretpark
  • Ruilversterker: het kind verzamelt punten/stickers                                                    om later in te wisselen voor iets leuks

Slide 22 - Tekstslide

Signalen die wijzen op nood aan hulpverlening
POS = problematische opvoedingssituatie
Het kind wordt:
  • fysiek bedreigd
  • verwaarloosd
  • er is geweld in het gezin
  • beperkt in ontwikkelingskansen (vb. niet kunnen studeren)
  • verslavingsproblematiek/ziekte in het gezin

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video