6. Pedagogisch handelen

• Toegepaste gedragswetenschappen
• Secundair onderwijs

6. Pedagogisch handelen

Pedagogische visie

• soort gps die hen begeleidt om een bepaalde opvoeding te bereiken (welke waarden, ideeën en doelen vinden we belangrijk)
• vb. visie van de school

Pedagogisch handelen

• Wat wordt effectief gedaan om kinderen/jongeren te helpen groeien en leren
• vb. Hoe wordt de visie van de school toegepast?

Beïnvloedende factoren

Opvoedingsmilieus

Primair opvoedingsmilieu: (ouders of verzorgende)

• opvoedingsstijl
• gezinsstructuur
• socio-economische status
• culturele achtergrond

Beïnvloedende factoren

Opvoedingsmilieus

Secundair opvoedingsmilieu: (familie, directe vrienden, school)

• kwaliteit van het onderwijs
• peergroepen
• leerkrachten en mentoren

Beïnvloedende factoren

Opvoedingsmilieus

Tertiair opvoedingsmilieu: (de buurt, de gemeenschap en de bredere samenleving)

• sociale voorzieningen
• sociale normen en waarden
• maatschappelijke kansen

Beïnvloedende factoren

Opvoedingsmilieus

Quartiair opvoedingsmilieu: (media, technologie en virtuele omgeving)

• Media-inhoud
• Online interacties
• Technologische invloeden

Verschil tussen agogiek en pedagogiek

Agogiek: studie hoe een gedragspatroon bij volwassenen en/of ouderen opzettelijk kan verandert worden

Pedagogiek: studie hoe kinderen en jongeren opgevoed kunnen worden.  Bestuderen de relatie tussen een kind en zijn omgeving.

Maak de oefening over opvoedingsmilieus op p 24

Beïnvloedende factoren

Persoonsgebonden factoren

Pedagogische vraag: 

Bij de pedagogische vraag horen een bepaalde persoonlijkheid en behoeften van het kind op affectief en sociaal gebied, en op het vlak van structuur en ondersteuning. Het ene kind kan bijvoorbeeld veel meer behoefte hebben aan een slaapritueel dan een ander kind.

Beïnvloedende factoren

Persoonsgebonden factoren

Pedagogische aanbod: 

Het pedagogisch aanbod is aangepast aan de vraag en de draagkracht van het kind. Voor kinderen is het belangrijk dat ze opgroeien in een fijne en veilige omgeving. Zo kan een kind optimaal ontwikkelen en durft het kind op onderzoek te gaan.

Beïnvloedende factoren

Persoonsgebonden factoren

Samenhang tussen pedagogische vraag en pedagogisch aanbod: 

AFSTEMMING tussen pedagogische vraag en pedagogisch aanbod

Bij mismatch: wil niet zeggen dat het aanbod slecht is 

Verandering van het aanbod is zeer moeilijk door:

eigen opvoedingsgeschiedenis 

eigen persoonlijkheid

Wat is hier de pedagogische vraag?

Wat is hier het pedagogisch aanbod?

Komt aanbod en vraag overeen? Verklaar ook je antwoord.

Beïnvloedende factoren

Omgevingsgebonden factoren

Fysieke omgeving: 

• Fysieke ruimte waar het kind in opgroeit en leert.
• Indeling van die ruimtes hebben invloed op het gedrag en interactie van een kind.  vb. kleuterklas

Beïnvloedende factoren

Omgevingsgebonden factoren

Sociale omgeving: 

• relaties en interacties van het kind met anderen.  vb.  Goede communicatie met ouders zorgt voor een veilig klimaat.

Beïnvloedende factoren

Omgevingsgebonden factoren

Culturele omgeving: 

• normen, waarden, tradities en overtuigingen die er leven in de gemeenschap waar het kind in wordt opgevoed.  vb.  elk gezin kan andere normen en waarden hanteren

Beïnvloedende factoren

Omgevingsgebonden factoren

Materiële omgeving: 

• Wat heeft het kind in de buurt van middelen die het kan gebruiken om te leren of te ontwikkelen.  vb.  Overdaad of tekort aan speelgoed