De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië
3. Machtsuitbreiding en verzet (1870-1918)
Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië
3. Machtsuitbreiding en verzet (1870-1918)
Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Herhalen hoofdstuk 2
Uitleg H3
Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942
Slide 2 - Tekstslide
Tijdens het Cultuurstelsel (1830-1870) moesten de Javaanse boeren producten aan Nederland leveren.
Welke producten waren dat?
A
aardappels en vlees
B
specerijen
C
brood en groente
D
koffie en suiker
Slide 3 - Quizvraag
Tijdens het Cultuurstelsel kregen de Javaanse vorsten geld van het Nederlandse bestuur.
Dit geld noemen we:
A
batig slot
B
plantloon
C
cultuurprocenten
D
pacht
Slide 4 - Quizvraag
De Javaanse vorsten dwongen de boeren meer te verbouwen dan eigenlijk verplicht was. Dit leverde de vorsten extra geld op.
De stelling is:
A
goed
B
fout
Slide 5 - Quizvraag
Waarom leidde het Cultuurstelsel tot hongersnoden?
Omdat de boeren
A
minder geld gingen verdienen.
B
steeds minder zin kregen om te werken.
C
veel producten voor de export moesten leveren
Slide 6 - Quizvraag
Een groep leden van de Tweede Kamer vond halverwege de 19e eeuw dat de Nederlandse regering moest stoppen met het Cultuurstelsel. Deze groep wilde dat zelfstandige ondernemers een bedrijf in Indonesië konden beginnen. Hoe noemen we deze groep?
A
liberalen
B
communisten
C
socialisten
D
confessionelen
Slide 7 - Quizvraag
Deelvraag
Hoe werd Nederland in bijna heel Nederlands-Indïe de baas, en welke gevolgen had dat?
Slide 8 - Tekstslide
Kritiek van liberalen op cultuurstelsel?
Slide 9 - Open vraag
Liberalen in Nederland aan de macht (1848)
Cultuurstelsel wordt uitvoerd door de NHM, een staatsbedrijf.
Liberalen willen economische vrijheid en niet dat de overheid zich bemoeit met de economie.
Ze willen dat óók particuliere ondernemers een bedrijf op Java kunnen starten
Slide 10 - Tekstslide
Grondwetswijziging 1848?
Slide 11 - Open vraag
Ondernemers in Indië (1)
Liberalen willen niet dat de overheid zich met de economie bemoeit
Steeds meer wetten maken vrij ondernemerschap mogelijk: Mijnwet (1850), Agrarische wet (1870), Suikerwet (1871)
Slide 12 - Tekstslide
Ondernemers in Indië (2)
Steeds meer Europese ondernemers gaan naar Indië
Niet alleen op Java en Sumatra maar ook in de Buitengewesten
Slide 13 - Tekstslide
🏵
🌴
🌴
🌴
🕳
🌴
🕳
🛢
🛢
🛢
Koffie
☕️
⚽️
🌴
🍚
🍚
🍚
🍚
🖇
🖇
🚬
🌴
🚬
Goud
🏵
🌴
🛢
🌴
🌴
☕️
🛢
🌴
🍭
🏵
🏵
☕️
Palmolie
🌴
Tabak
🚬
Aardolie
🛢
Suikerriet
🍭
Kolen
🕳
Rubber
⚽️
Rijst
🍚
Tin
🖇
Thee
🍵
🍵
🍵
Slide 14 - Tekstslide
Werken op de plantages
Plantages hebben arbeiders nodig
Vaak te weinig arbeiders (gebieden dunbevolkt)
Arbeiders worden voornamelijk uit China gehaald
Deze contractarbeiders worden koelies genoemd
Slide 15 - Tekstslide
Behandeling van de koelies
Werken keihard voor een laag loon
Koelies worden zeer slecht behandeld (lijfstraffen)
Opstanden worden keihard neergeslagen
Slide 16 - Tekstslide
De koloniale relatie tussen Nederland en Indonesië
3. Machtsuitbreiding en verzet (1870-1918) deel II
Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942
Slide 17 - Tekstslide
Planning
Herhalen hoofdstuk H3 deel 1
Uitleg H3 deel 2
Machtsuitbreiding en verzet: 1870-1942
Slide 18 - Tekstslide
Welke kritiek hadden liberalen op het cultuurstelsel?
Slide 19 - Open vraag
Leg uit dat vanaf 1848 het cultuurstelsel stap voor stap wordt afgeschaft
Slide 20 - Open vraag
Wat bedoelen we met Koelies?
Slide 21 - Open vraag
Vragen over H3 deel 1?
Slide 22 - Tekstslide
Vanaf 1870: Nederland breidt zijn macht uit
Grote vraag naar grondstoffen uit Nederlands-Indië (olie, tin, rubber)
Bouw van het Suez-kanaal zorgt voor goede én veel kortere route naar Nederlands-Indië
Modern-imperialisme: uitbreiding van het aantal kolonies door Europese landen
Begint met de harde acties na aanval op KNIL (1894: Lombok)
Slide 25 - Tekstslide
Nederlands Imperialisme (2)
Conflict met Atjeh (op het eiland Sumatra) wordt erger (1873-1909)
In 1910: heel Nederlands-Indië in bezit van Nederland
Slide 26 - Tekstslide
Wat was voor Nederland een reden om rond 1870 zijn grondgebied in Indonesië uit te breiden?
A
Nederland wilde de slavenhandel uitbreiden.
B
Nederland wilde er gevangenen naar toe kunnen sturen.
C
Nederland wilde het Cultuurstelsel uitbreiden.
D
Nederland wilde meer macht en aanzien krijgen in de wereld.
Slide 27 - Quizvraag
Na de afschaffing van het Cultuurstelsel kwamen er meer particuliere ondernemingen in Indonesië. Op deze ondernemingen ontstond een tekort aan arbeidskrachten. Op welke wijze werd dat tekort aan arbeidskrachten opgelost?
A
Door het aannemen van blanke Europeanen
B
Door het inhuren van contractarbeiders
C
Door het kopen van slaven
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Ethische politiek
Ontstaat rond 1900 in Nederland
Nederland wil iets terugdoen voor de Indonesische bevolking (Ereschuld)
Beschaving en cultuur bij brengen
Slide 30 - Tekstslide
De Ethische politiek bestond uit:
Verbetering van het onderwijs in Nederlands-Indië
Irregatie aanleggen voor betere oogsten
Emigratie bevorderen van dichtbevolkte naar dunbevolkte gebieden
Verbetering gezondheidszorg
Nederlandse Cultuur opleggen
Slide 31 - Tekstslide
De gevolgen van beter onderwijs
Sommige Indonesiërs gingen in Nederland studeren;
..en leren daar over vrijheid en democratie
Gevolg: ontstaan nationalisme in Nederlands-Indië
Let op: Ook in andere kolonies ontstaat nationalisme
Slide 32 - Tekstslide
Hoe gaat Nederland om met het opkomend nationalisme?
Gematigde nationalisten mogen meepraten in de Volksraad (1918)
Voorlopig geen onafhankelijkheid (“Duurt nog wel een paar honderd jaar.”)
Volksraad stelt niet veel voor: mag alleen advies geven aan de regering