C1 les 16 §3 Alinea's en kernzinnen

C1 Meer dan lezen
Cursus 1
§ 3

2kgt
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

C1 Meer dan lezen
Cursus 1
§ 3

2kgt

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • laptop
  • leesboek
  • lesboek 
  • schrift
  • etui
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • laptop
  • leesboek
  • lesboek
  • schrift
  • etui
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Leestijd!!!!
Lees de teksten die je hebt gekregen.

Klaar?
Eigen leesboek
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • huiswerk bespreken
  • herhalen lesdoel
  • zelfstandig werken
  • huiswerk
  • evaluatie les

Slide 6 - Tekstslide

Huiswerk
Lesboek -> Cursus 1 -> §3 -> blz. 19 en 20 -> opdracht 5/6/7
                 
We bekijken het filmpje voor het maken van opdracht 5.
Maak opdracht 5-6-7
  • opdracht 5 met filmpje
  • opdracht 6 met woordenboek of woord.org
  • opdracht 7 nogmaals met (zelfde) filmpje

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoel
  • de kernzin van een alinea bepalen


Meer dan lezen
Cursus 1
§ 3



Slide 12 - Tekstslide

Theorie samenvatting
Zo herken je alinea’s


  • Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
  • Zinnen die samen één alinea vormen, beginnen niet op een nieuwe regel.
  • Soms begint de eerste regel van een alinea met een stukje wit. Dat noem  je inspringen.
  • Soms wordt er tussen twee alinea’s een regel overgeslagen (witregel).



Slide 13 - Tekstslide

De belangrijkste informatie van een alinea staat in de kernzin. 

--> Vaak is dat de eerste, tweede of laatste zin van de alinea.

Slide 14 - Tekstslide

Lesboek blz. 21
opdracht 8
Ik lees het gedicht voor.

Je hebt 2 minuten om de vragen door te nemen.
Je mag samen overleggen.
timer
2:00

Slide 15 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • Leesboek
  • Laptop
  • Schrift 
  • Pen
timer
1:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Onbekend woord in de tekst
Je komt een onbekend woord tegen in de tekst.

Misschien ken je een deel van het woord al
woorden met een voorvoegsel of een achtervoegsel

Slide 19 - Tekstslide

Voorvoegsel

Er zijn woorden met een stukje ervóór, 
dat is een voorvoegsel.

Dus:
onaardig betekent niet aardig
Bijvoorbeeld: het stukje on- betekent niet.

Slide 20 - Tekstslide

Achtervoegsel

Er zijn woorden met een stukje erná, 
dat is een achtervoegsel.

Dus:
hopeloos betekent zonder hoop
Bijvoorbeeld: het stukje -loos betekent zonder.

Slide 21 - Tekstslide

betaalbaar

Wat is de betekenis?
On
A
goedkoop
B
geld
C
niet mogelijk
D
heel erg duur

Slide 22 - Quizvraag

gelijk

Wat is de betekenis?
On
A
wel hetzelfde
B
niet hetzelfde
C
niet mogelijk
D
wel mogelijk

Slide 23 - Quizvraag

Waardeloos

Wat is de betekenis?
A
van veel waarde
B
zonder waarde
C
niet mogelijk
D
wel mogelijk

Slide 24 - Quizvraag

liefdevol

Wat is de betekenis?
A
met veel hoop
B
zonder hoop
C
Met veel liefde
D
zonder liefde

Slide 25 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het voorvoegsel ex-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht

Slide 26 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het voorvoegsel her-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
niet

Slide 27 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het voorvoegsel mis-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
verkeerd

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de betekenis van het voorvoegsel wan-?
A
zonder
B
opnieuw
C
niet meer
D
slecht

Slide 29 - Quizvraag

ONDERWERP 
Een tekst of een verhaal gaat ergens over.
Dit noem je het onderwerp van een tekst.
Lees de tekst eerst oriënterend 
en stel dan de vraag: 
Waarover gaat de hele tekst?

Slide 30 - Tekstslide

DEELONDERWERPEN
Als je heel snel wilt weten wat de deelonderwerpen in een tekst zijn, dan lees je een tekst globaal.

Bij globaal lezen lees je alleen de eerste en de laatste zin van elke alinea.

Slide 31 - Tekstslide

DEELONDERWERPEN 
In een tekst kunnen verschillende dingen over een onderwerp gezegd worden.
Deze kleinere aspecten van het onderwerp zijn deelonderwerpen.

Meestal wordt er in één alinea één deelonderwerp behandeld.

Slide 32 - Tekstslide

Tekstdoel, tekstsoort,kernzin (precies lezen)
De kernzin geeft in 1 zin de hoofdgedachte van de tekst weer (meestal begin van alinea).
Tekstdoel= 

Slide 33 - Tekstslide

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 34 - Quizvraag

Wat vind je in het middenstuk van de tekst?
A
de inleiding
B
de mening van de schrijver
C
de conclusie
D
de deelonderwerpen

Slide 35 - Quizvraag

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin?
A
In het midden
B
Meestal aan het begin, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Die kan overal staan

Slide 36 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is oriënterend lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 37 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is globaal lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 38 - Quizvraag

Weet je nog?
Wat is precies lezen?
A
Bekijk de tekst en lees de eerste alinea
B
Lees de eerste en laatste zin van de alinea's
C
Bekijk de tekst en zoek de info die je nodig hebt
D
Lees de tekst helemaal en nauwkeurig

Slide 39 - Quizvraag

Wat is een deelonderwerp?
A
een onderwerp van een hoofdstuk
B
een aspect van het onderwerp
C
een aspect van het slot
D
een onderwerp van de eerste alinea

Slide 40 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over voetbal?
A
De verzorging van een konijn
B
Het tenue
C
Kruidentuin
D
Koffiebonen

Slide 41 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over school?
A
De dierenwinkel
B
De geschiedenis van voetbal
C
Pauzes in de aula
D
Zakgeld

Slide 42 - Quizvraag

Wat zou een deelonderwerp kunnen zijn in een tekst over politiek?
A
Gezelschapsspellen
B
Verkiezingen
C
Vakantiereizen
D
De woestijn

Slide 43 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Maak: 
Cursus 1
§ 3 Alinea's en kernzinnen
lees de teksten
maak opdracht 10 C en 11 C


Heb je een vraag?

Steek je vinger op!
Ben je klaar?
Lezen of puzzelen op blz. 244 

Slide 44 - Tekstslide

Huiswerk
datum:
vrijdag 20 oktober 2023

maken:
Cursus 1    
§ 3 alinea's en kernzinnen
geen



Slide 45 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 46 - Tekstslide