- Samenstellingen; 2 of meer woorden aan elkaar geplakt. Welk woord ken je hier al van?
- Voorvoegsel; klein stukje woord met een eigen betekenis wat je VOOR een woord plakt waardoor de betekenis verandert. on- / mis- / wan- / her- / inter- / a- / anti-
- Achtervoegsel; klein stukje woord met een eigen betekenis wat je ACHTER een woord plakt, waardoor de betekenis verandert.
-loos / -vol / -elijks / -rijk
Slide 9 - Tekstslide
Alinea's
Zinnen die bij elkaar horen = alinea.
Zo herken je alinea's: - Altijd op nieuwe regel.
- Eerste regel begint met stukje wit = inspringen
- Witregel - Zinnen die bij elkaar horen beginnen dus niet op een nieuwe regel.
Slide 10 - Tekstslide
Kernzin
Belangrijkste info van een alinea. Staat vaak in de 1e, 2e of laatste zin van de alinea.