Natuurkunde bijles
1 / 14
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Snelheid
Afstand
Tijd
v
m/s
s
m of km
t
s of h
Slide 2 - Sleepvraag
s staat voor ........... en bereken je door de formule .............
t staat voor ........... en bereken je door de formule .............
v staat voor ........... en bereken je door de formule .............
snelheid
tijd
Afstands
t = s * v
t = s
v
v = s
t
v = s * t
s = v * t
s = t
v
Slide 3 - Sleepvraag
s
t
v
Snelheid
Afstand
Tijd
Slide 4 - Sleepvraag
In een audiogram kun je aflezen hoeveel gehoorverlies iemand heeft.
A
juist
B
onjuist
Slide 5 - Quizvraag
Kijk naar het audiogram. Welke tonen hoort deze persoon niet?
A
Hoge tonen
B
Lage tonen
Slide 6 - Quizvraag
Frequentie en amplitude
timer
0:30
Zacht
Hard
Laag
Hoog
Slide 7 - Sleepvraag
hoge frequentie
lage frequentie
Slide 8 - Sleepvraag
Wat is het symbool voor frequentie en de eenheid van de frequentie
A
f en Hz
B
f en dB
C
L en Hz
D
L en dB
Slide 9 - Quizvraag
1 Een microfoon versterkt het geluid.
2 Een luidspreker zet geluid om in elektrische stroom.
3 Een klankkast versterkt het geluid.
4 Geluid is een trilling.
5 Een versterker versterkt de luchttrillingen.
2 Een luidspreker zet geluid om in elektrische stroom.
3 Een klankkast versterkt het geluid.
4 Geluid is een trilling.
5 Een versterker versterkt de luchttrillingen.
Zet de rode nummers in het juiste vakje.
Juist
Niet juist
1
2
3
4
5
Slide 10 - Sleepvraag
Hoe kan je aan een trilling zien hoe hard of zacht het geluid is?
Slide 11 - Open vraag
Wat is geen geluidsbron?
A
Microfoon
B
Gitaar
C
Luidspreker
D
Bel
Slide 12 - Quizvraag
wat is een geluidsbron
A
iets wat beweegt
B
iets wat geluid maakt
C
iets wat stil is
D
iets wat niks is
Slide 13 - Quizvraag
Het gaat helemaal goed komen morgen!!
😒🙁😐🙂😃
