Staal 6.3.2

Staal blok 6 herhaling grammatica spelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Staal blok 6 herhaling grammatica spelling

Slide 1 - Tekstslide

route woord
je hoort oe

Slide 2 - Woordweb

Wat is het onderwerp?
Komen bloembollen uit in de lente?
A
Komen
B
bloembollen
C
uit
D
in de lente

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
In de lente bloeien de bloembollen meestal.
A
In de lente
B
bloeien
C
de bloembollen
D
meestal

Slide 4 - Quizvraag

Wanneer schrijft je stam +t



A
hij/zij .....
B
...... jij?
C
......je?
D
ik ....

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf de ik vorm, de hij/zij vorm op van het werkwoord: raden

Slide 6 - Open vraag

Maak een zin met het werkwoord raden in de tegenwoordige tijd.

Slide 7 - Open vraag

zelfstandig naamwoord
  1. Op de houten vloer loopt een mier.
2. Onder de boot hangt een anker.
3. Doe de lege pakjes in de bak.
4. Ik eet veel brood, maar kaas lust ik niet.
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Voorzetsel
voegwoord
lidwoord

Slide 8 - Sleepvraag

Wanneer gebruik je de voltooide tijd?
Maak een zin met het werkwoord schrijven.

Slide 9 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 10 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 11 - Open vraag

Schrijf op:

Slide 12 - Open vraag


" Geef jezelf een cijfer, hoeveel heb jij geleerd?"
010

Slide 13 - Poll