Na deze paragrafen kun je uitleggen:- Hoe wordt het genotype bepaald?
- Wat is het fenotype?
- Wat betekent erfelijk?
- Kun je je fenotype aanpassen?
- Wat het verschil is tussen een chromosoom en een gen.
- Wat zijn chromosomenparen?
- Wat het verschil is tussen geslachtscellen en lichaamscellen.
- Wat er gebeurt bij bevruchting.
- Wat voor soort tweelingen er zijn en hoe ze ontstaan.