Nederland in de ban van de storm Ciara

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

doel van de les:
- Jullie leren meer van signaalwoorden.
- jullie leren terug en vooruit te lezen.
- Jullie leren informatie op te zoeken.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je allemaal al van de storm?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

Lees de tekst met de meester.

Slide 5 - Tekstslide

Lees de inleiding:
Waarom krijgt de storm een naam?
A
Omdat het een grote storm is.
B
Zo kun je verschil in stormen onderscheiden.
C
Er moeten veel maatregelen worden genomen.
D
Dat staat niet in de inleiding.

Slide 6 - Quizvraag

De storm Ciara krijgt code oranje. Wat betekent code oranje.
A
Soms een kleine kans op slecht weer.
B
Kans op slecht weer.
C
Kans op gevaarlijk of extreem weer.
D
gevaarlijk en extreem weer.

Slide 7 - Quizvraag

Lees r. 13. Welke opsomming wordt daar beschreven?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Lees: Een storm met een naam
Waarom krijgt de storm een naam?
A
Omdat het een grote storm is.
B
Mensen houden er dan meer rekening mee.
C
Er moeten veel maatregelen worden genomen.
D
Dat staat niet in de inleiding.

Slide 10 - Quizvraag

Lees: Een storm met een naam. Hoe zou de volgende storm kunnen heten?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide

Wat moet op de open plaats?
A
Schiphol
B
honderden vluchten geannuleerd
C
maatregelen
D
Veel schade

Slide 13 - Quizvraag

Lees r. 26 Veel t/m r 28 zondag.
Welke signaalwoord zie je daar staan?

Slide 14 - Open vraag

Daardoor hoort bij:
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak/gevolg
D
waarschuwing

Slide 15 - Quizvraag

Wat is in dit geval oorzaak?

Slide 16 - Woordweb

Wat is daar het gevolg van?

Slide 17 - Woordweb

Zoek op Schaal van beaufort.
Welke benaming krijgt windkracht 5
A
matig
B
krachtig
C
vrij krachtig
D
hard

Slide 18 - Quizvraag

Welke windkracht krijgt storm?
A
6
B
7
C
8
D
9

Slide 19 - Quizvraag

Welke naam heeft als uitwerking 'verwoesting'?

Slide 20 - Open vraag