Woordenschat schooltaalwoorden 2BK

Welkom bij nederlands
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Magister
Kan iedereen nu in Magister?
Wie kan Magister niet in de app openen?

Slide 2 - Tekstslide

Is je telefoon in de kluis?

Zo niet, leg hem dan even op mijn bureau.

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
wat gaan we de komende lessen doen?

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen

Schooltaalwoorden

  • Ik weet de betekenis van het schooltaalwoord.
  • Ik kan het schooltaalwoord in een zin zetten.


 

Slide 5 - Tekstslide

Welk schooltaalwoord ken je niet?

Slide 6 - Woordweb

Welk schooltaalwoord ken je wel?

Slide 7 - Woordweb

Woord
Betekenis
Woord
Betekenis
begrippen
woorden
in grote lijnen
de belangrijkste dingen
deelnemen aan
meedoen met
zijn op de hoogte van
weten
te kort aan
te weinig van
onderscheiden
het verschil zien
inzicht
het weten hoe iets in elkaar zit
gaat ten koste van
is een nadeel voor
aantonen
bewijzen
overzichtelijk
duidelijk en netjes
Schooltaalwoorden en de betekenis

Slide 8 - Tekstslide

Gebruik de 10 schooltaalwoorden nu ook goed in een zin.

Slide 9 - Tekstslide


Kies het woord dat in de tekst past.

Vorig jaar heb je geleerd wat de ___________  ‘werkwoordelijk gezegde en onderwerp’ betekenen.

Slide 10 - Open vraag


Kies het woord dat in de tekst past.

De tweelingzussen lijken heel erg op elkaar.
Je kunt ze bijna niet _________________

Slide 11 - Open vraag


Kies het woord dat in de tekst past.

De plattegrond op het station is
heel __________________  .
Je kunt precies zien waar je bent.

Slide 12 - Open vraag


Kies het woord dat in de tekst past.

Op de open dag kun je ________________ een praktijkles in de keuken. 

Slide 13 - Open vraag


Kies het woord dat in de tekst past.

Hoe kun je __________ dat deze fiets echt van jou is?

Slide 14 - Open vraag


Kies het woord dat in de tekst past.

Toon is een goede voetballer. Hij heeft een goede techniek en hij heeft veel ____________  in het spel.

Slide 15 - Open vraag


Kies het woord dat in de tekst past.

Je gaat veel te laat naar bed, dat hou je niet lang vol. Dat  _______________________ je gezondheid.

Slide 16 - Open vraag


Kies het woord dat in de tekst past.

Er is een ___________  goede metselaars. Je moet lang wachten voordat je iemand vindt die tijd heeft.

Slide 17 - Open vraag


Kies het woord dat in de tekst past.

De mentor vraagt of iedereen alle informatie heeft gekregen en of ze _______________ de studiedag volgende week.

Slide 18 - Open vraag

Pak je leesboek
timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Nu zelf oefenen....
Ga naar Magister, leermiddelen en ga naar Station.

Maak opdracht 1 t/m 5 van Woordenschat 2

Maar let op: 
Je start nu met Goed bij de les!

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk/zelfstandig maken


Maak opdracht 1 t/m 5 van Woordenschat 2

Maar let op:
Je start nu met Goed bij de les!

Slide 21 - Tekstslide

Veel plezier vandaag en tot volgende keer!
Tot de volgende keer!

Slide 22 - Tekstslide