In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
8.4 Verandering in ecosystemen
Slide 1 - Tekstslide
Samengevat
Een beginnende vegetatie kan zich ontwikkelen van enkele pioniers tot een soortenrijk ecosysteem.
Het eindstadium van deze successie heet climaxvegetatie.
Pionierplanten beïnvloeden abiotische milieufactoren waardoor er ruimte komt voor de andere soorten.
Successie: Een opeenvolging van verschillende plantensoorten en diersoorten in een bepaald gebied.Vooral bij braakliggend terrein en nieuw land (opgespoten of eilanden).
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Successie
Levensgemeenschappen volgen elkaar op. Tot een stabiel ecosysteem ontstaat: climaxecosysteem.
Pioniersecosysteem: eerste organismen die zich vestigen.
Subclimax: ecosysteem in een successiereeks instantgehouden door mensen.
Bij successie begint een nieuwe soort, groeit en vermenigvuldigt en neemt dan weer af.
Daarna begint een nieuwe soort.
Slide 4 - Tekstslide
Waar zijn er meer wisselingen in abiotische factoren?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem
Slide 5 - Quizvraag
Waar verwacht je meer biodiversiteit?
A
Pioniersecosysteem
B
Climaxecosysteem
Slide 6 - Quizvraag
Pionier-ecosysteem
Climax-ecosysteem
eenvoudig voedselweb
ingewikkeld voedselweb
weinig soorten in grote aantallen
grote biodiversiteit
toename van biomassa
biomassa blijft gelijk
weinig gelaagdheid
meer gelaagdheid
open kringlopen
gesloten kringlopen
sterk wisselende abiotische factoren
stabiele abiotische factoren
onstabiel
stabiel: natuurlijk evenwicht
Slide 7 - Tekstslide
Wat verandert bij successie?
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem
Slide 8 - Quizvraag
Wat kan een voorbeeld zijn van successie? Welke opeenvolging past bij successie?
A
heide -> zand -> bos
B
bos -> moeras -> plas
C
strand -> duinen -> bos
D
steppe -> kale grond -> regenwoud
Slide 9 - Quizvraag
veel lichte zaden
weinig, maar grote zaden
Slide 10 - Tekstslide
Welke type zaden past het best bij een pionierplant?
A
veel en licht
B
veel en zwaar
C
weinig en licht
D
weinig en zwaar
Slide 11 - Quizvraag
PIONIER ecosysteem
CLIMAX ecosysteem
Slide 12 - Sleepvraag
verschil primaire en secundaire successie
Slide 13 - Tekstslide
Primaire successie;
geen geschikte ondergrond (geen humus), helemaal vanaf het begin
bijv. de duinen, kale rots
Secundaire successie;
er is al een gunstige ondergrond (humus)
bijv. een verwaarloosd grasland, bosbrand
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Leg uit hoe het inzetten van grote grazers de successie in duinvalleien kan beperken.
A
grazers houden de begroeiing kort, waardoor successie verhinderd
wordt
B
grazers stimuleren de begroeiing, waardoor successie verhinderd
wordt
C
grazers houden de begroeiing kort, waardoor successie bevorderd
wordt
D
grazers stimuleren de begroeiing, waardoor successie bevorderd
wordt
Slide 16 - Quizvraag
Leg uit waarom het maaiafval wordt afgevoerd
Slide 17 - Open vraag
Ik heb deze les wat geleerd over successie, pionier- en climax-ecosystemen