In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Telefoon in de koffer
Jas aan de kapstok
Geen eten/drinken of kauwgom
Op tafel: Leesboek
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag:
stil lezen
praten over je boek
lesdoel
instructie
zelfstandig werken
evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
lezen
timer
8:00
Slide 3 - Tekstslide
praten over je boek
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik de betekenis van de woorden uit paragraaf 3 - verkeer.
Slide 5 - Tekstslide
Vorige les
Vorige les hebben jullie een verhaal moeten schrijven.
Ik bespreek kort wat ik van jullie heb ontvangen.
Slide 6 - Tekstslide
Instructie
Jullie hebben de opdrachten van paragraaf 3 allemaal al gemaakt. Belangrijk is dat je de woorden kan herkennen en ook de betekenis weet van deze woorden. Tijdens de lessen gaan we samen oefenen.
Slide 7 - Tekstslide
Wat betekent het woord 'bevestigen'?
A
toesanden
B
vaststellen
C
de uitkomst klopt
D
aankunnen
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'investeren'?
A
meer dan
B
geld uitgeven
C
geschikt voor
D
laten weten
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent 'driekwart'?
A
75%
B
25%
C
een derde deel
D
2 derde deel
Slide 10 - Quizvraag
In welke zin is het vetgedrukte woord juist gebruikt?
A: Justin hield een mooi pleidooi over laat naar bed gaan.
B: Marion vond het pleidooi in de jurk niet mooi.
A
zin A
B
zin B
Slide 11 - Quizvraag
In welke zin is het vetgedrukte woord juist gebruikt?
A: Chantal heeft het ongeluk nog niet goed kunnen verwerken.
B: Docenten moeten vanaf half acht al verwerken.
A
zin A
B
zin B
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'pleidooi'
A
praten over ditjes en datjes
B
aandacht willen krijgen
C
dingen zeggen om ruzie te maken
D
dingen zeggen om iets te bereiken
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent het woord 'constateren'?
A
vaststellen
B
constant
C
je ergens op focussen
D
onderhouden
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf een goede zin op met het woord 'comfortabel'
Slide 15 - Open vraag
Schrijf een goede zin met het woord 'uiten'.
Slide 16 - Open vraag
"We zijn afhankelijk van wat de teamleiders bepalen". Leg in je eigen woorden uit wat het woord 'afhankelijk' betekent.
Slide 17 - Open vraag
"De gevolgen van de ramp waren niet te overzien". Leg in je eigen woorden uit wat het woord 'gevolgen' betekent.
Slide 18 - Open vraag
breed genoeg,
geriefelijk
Groter worden
De meeste
Laten weten
Toestanden
comfortabel
Toenemen
Situaties
Overgrote
Aangeven
Slide 19 - Sleepvraag
Schrijf alles op wat je weet over het woord 'bezuinigen'.
Slide 20 - Woordweb
Schrijf woorden op die je bij deze les vindt passen.
Slide 21 - Woordweb
Schrijf woorden op die je bij de docent vindt passen