Thema Respect Omnia College leerjaar 1 - les 1 + 2

Thema respect
In dit thema respect behandelen we de volgende onderwerpen:

Stereotype, vooroordeel, discriminatie, racisme, 
Vluchtelingen, 
Wat is respect eigenlijk?
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema respect
In dit thema respect behandelen we de volgende onderwerpen:

Stereotype, vooroordeel, discriminatie, racisme, 
Vluchtelingen, 
Wat is respect eigenlijk?

Slide 1 - Tekstslide

Beoordeling
Dit thema sluiten we af met een toets.

Je maakt ook een praktische opdracht, hier vertellen we je later meer over.

Slide 2 - Tekstslide

Thema respect! 
Leerdoelen les 1:

- Voorbeelden benoemen van:
Stereotypen en Vooroordelen

- Je weet de verschillen tussen een Feit en een Mening

Slide 3 - Tekstslide

Vooroordelen / Stereotype
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent!

Stereotype: een versimpeld beeld van een groep mensen.


Slide 4 - Tekstslide

Feit  / mening
Een feit kan je controleren en bewijzen.

Voor een goede mening maak je gebruik van argumenten en gebruik je geen vooroordelen! 


'Alle dikke mensen zijn gezellig'  Is dit een goede mening?

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht
Over iedere groepen bestaan er stereotypen.

Zoek op welk stereotype beeld er bestaat over de Nederlander. 

Schrijf minstens 5 kenmerken (+ plaatjes) op die je gevonden hebt.
Leg uit of jij het stereotype van de Nederlander herkent ?

Slide 6 - Tekstslide

De Nederlander ?!
  • Wat hebben jullie opgezocht ?
  • Klopt het beeld met de werkelijkheid
  • Waarom wel / niet?
  • Hoe zou dit met andere stereotype zijn?
  • Wat kun je nu zeggen over stereotypen?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Op welke foto is een professor te zien?

Slide 9 - Tekstslide

Op welke foto zie je een professor?
A
Foto 1
B
Foto 2
C
Foto 3

Slide 10 - Quizvraag

Wie houdt erg van winkelen?

Slide 11 - Tekstslide

Wie houdt er van winkelen?
A
Foto 1
B
Foto 2
C
Foto 3

Slide 12 - Quizvraag

Wie heeft de meeste kans bij een sollicitatiegesprek ?
Waarom?  - Vooroordelen bij sollicitatiegesprekken

Slide 13 - Tekstslide

Wie maakt de meeste kans bij een sollicitatiegesprek?
A
Foto 1
B
Foto 2
C
Foto 3

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Link

Welke vooroordelen / stereotypen heb je gezien in het filmpje?

Slide 16 - Open vraag

Les 2
Leerdoelen:

Je kunt uitleggen wat 
Discriminatie & Racisme betekenen en verschillende voorbeelden benoemen.



Slide 17 - Tekstslide

wat is discriminatie?

Slide 18 - Woordweb

Discriminatie 
Ongelijke behandeling op basis van.....

Leeftijd
Geslacht
Seksuele voorkeur
Afkomst
Uiterlijk en nog veel meer............................

Slide 19 - Tekstslide

Welke voorbeelden ken jij van discriminatie?

Slide 20 - Open vraag

Voorbeelden
- Sollicitatiegesprek en zwangere vrouwen

- Vrouwelijke vrachtwagenchaffeuse 

- Sollicitatiegesprekken allochtonen

- Bijbaantje vakkenvuller (leeftijd)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link

Het grote racisme experiment
- Welke ongelijke behandeling heb je gezien?
- Wie werd er ongeljk behandeld en hoe ging dit?
- Hoe zag je dat de andere groep (die niet ongelijk werd behandeld, zich ging gedragen?)
- Zie je dit ook in het echt gebeuren? Leg uit?


Slide 23 - Tekstslide

Extra video's
Rosa Park
Nelson Mandela 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Les 3: Week van Respect!


1. Hoe wil jij dat anderen met jou omgaan?
2. En hoe wil jij met anderen omgaan? 
3. Wat zijn ongeschreven regels? Voorbeelden?

Christenen zeggen: “Doe voor anderen wat je wilt dat ze voor jou doen.” (Lucas 6:31, Mattheus 7:12) 

Slide 27 - Tekstslide

Vandaag
Je moet weten :
  1. Emigrant - Immigrant
  2. Arbeidsmigrant
  3. Ecologische Vluchteling
  4. Etnische zuivering
  5. Ontheemde 
  6. Asielzoeker

Slide 28 - Tekstslide

Emigrant - Immigrant - Arbeid
Emigrant - je geboorteland verlaten en in een ander land gaan wonen

Immigrant - je in een ander land gaan vestigen.

Arbeidsmigrant - Verhuizen naar een ander land om daar te gaan werken

Slide 29 - Tekstslide

Begrippen
-Ecologische vluchteling -  vluchten vanwege een aardbeving, tsunami, overstroming, vulkaanuitbarsting

- Etnische zuivering - uitroeien van een bepaald ras
                                              Joden WO II


Slide 30 - Tekstslide

Begrippen
Ontheemde - binnen eigen land blijven maar huis en haard kwijt zijn.
 Er zijn meer ontheemden dan vluchtelingen! 

Asielzoeker - verblijfsvergunning aanvragen vanwege vervolging, oorlog enz. in eigen land.

Slide 31 - Tekstslide

vluchtelingenkoffer  / beroemde vluchteling
Vluchtelingenkoffer:
Materiaal
Immaterieel

Wat neem jij mee, als je zou moeten vluchten?

Beroemde vluchteling

Slide 32 - Tekstslide

Herhalingsles  thema respect
Voorbeeldvraag: In welke zin staat een feit, vooroordeel, stereotype?

1. Alle Fransen eten iedere dag stokbrood en drinken rode wijn.
2. Een typisch Griekse maaltijd is Gyros en Soufvlaki
3. Die ene jongen heeft thuis vast geen geld voor nieuwe kleding, hij ziet er altijd zo onverzorgd uit.

Slide 33 - Tekstslide

Voorbeeldvraag 2 en 3
Welke stelling is juist?
A: Een vluchteling is altijd een asielzoeker
B: Een asielzoeker is altjd een vluchteling

Welke stelling is juist?
A: Een ontheemde is een vluchteling in een westers land.
B: Een vluchteling van een ecolosche ramp kan sneller terugkeren.


Slide 34 - Tekstslide

In welke zin staat een Sterotype?
A
Alle Nederlanders dragen klompen en roken wiet
B
De voetballers uit het Nederlands elftal zijn niet zo goed
C
Fransen eten regelmatig een stokbrood

Slide 35 - Quizvraag

In welke zin staat een feit?
A
Alle vluchtelingen komen naar ons land toe
B
Het grootste deel van de vluchtelingen zijn ontheemden
C
Er zijn 25 miljoen vluchtelingen wereldwijd

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de juiste omschrijving van macht?
A
het gedrag veranderen van personen of groepen
B
Mensen onderdrukken
C
1 persoon of 1 groep bepaalt alles

Slide 37 - Quizvraag

Wat is een ontheemde?
A
Een vluchteling binnen het eigen land
B
Een vluchteling in Nederland
C
Een vluchteling in een westers land
D
Een vluchteling in een buurland

Slide 38 - Quizvraag

Wat is een multiculturele samenleving? Geef voorbeelden!

Slide 39 - Open vraag

Wat is respect volgens jou?

Slide 40 - Woordweb

Wat is de juiste omschrijving van een volk?
A
Een volk is een groep mensen met dezelfde taal, cultuur en geschiedenis.
B
Mensen met verschillende achtergronden
C
Mensen die dezelfde taal spreken

Slide 41 - Quizvraag

Geef een omschrijving van het begrip cultuur

Slide 42 - Open vraag

Wat is de juiste omschrijving van een arbeidsmigrant?
A
Mensen die naar Nederland komen om hier te werken
B
Mensen die naar Nederland komen vanwege familie
C
Mensen die naar Nederland komen vanwege oorlog in eigen land

Slide 43 - Quizvraag

Wat is een samenleving?
A
Mensen die in een land samenleven
B
Mensen die elkaar discrimineren

Slide 44 - Quizvraag

Wat is een revolutie?
A
een opstand van het volk of een verandering in de samenleving
B
Een groep mensen met dezelfde taal en achtergrond
C
Een groep mensen met verschillende taal en achtergrond

Slide 45 - Quizvraag

Een vooroordeel is:
A
Een oordeel over iets of iemand zonder dat je de feiten kent
B
Een oordeel over iets of iemand terwijl je wel de feiten kent
C
Een mening over iets of iemand met heldere argumenten

Slide 46 - Quizvraag

Vanwege welke redenen kunnen mensen gediscrimineerd worden?

Slide 47 - Woordweb

Wat is het verschil tussen een arbeidsmigrant en asielzoeker ?

Slide 48 - Open vraag

In wat voor situaties tonen mensen geen respect voor elkaar?

Slide 49 - Open vraag

Wat betekent het begrip
etnische zuivering?

Slide 50 - Open vraag

Zijn er nog vragen over de toets?

Slide 51 - Open vraag

Leren voor de toets!
Woordenlijst
Boekje vluchtelingen


Inleveren keuzeopdracht vandaag! 

Slide 52 - Tekstslide