3 lessen herhalingsweek: vrij voor extra uitleg + herhaling!
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekent dit voor jullie?
Vol programma
Samen op schema blijven
Verantwoordelijkheid
Opdrachten maken en meedoen in de les
Huiswerk maken en zelf lezen is enorm belangrijk
Slide 4 - Tekstslide
Lesdoelen
Na vandaag kan je uitleggen wat een sleutelprikkels en supranormale prikkels zijn
Na vandaag kan je uitleggen wat gedrag is en hoe dieren dit gebruiken om te communiceren
Na vandaag kan je uitleggen hoe mensen communiceren
Slide 5 - Tekstslide
5.1: Prikkels en signalen
Gedrag
Alles wat mensen en dieren doen
Ontstaat doordat mensen / dieren reageren op inwendige en uitwendige prikkels.
Prikkels die mensen/dieren uitzenden is een signaal
De reactie op zo'n signaal noem je een respons
Slide 6 - Tekstslide
Waarom reageer je niet altijd op een prikkel?
Prikkel valt onder de drempelwaarde: je hoort het niet
Motivatie is te klein: je hoort het wel maar geen zin om te reageren
Slide 7 - Tekstslide
Bij een hond die geen honger heeft is de motivatie om te eten laag.
Slide 8 - Tekstslide
Verschillende prikkels
Inwendige: bv honger
Uitwendige; bv zien van een prooi
Sleutelprikkel --> Roept altijd dezelfde reactie op
Supranormale prikkels --> sleutelprikkels die een sterkere reactie oproepen
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Altijd dezelfde reactie
Sleutelprikkel: prikkels die altijd dezelfde reactie oproepen
Supranormale prikkels: sleutelprikkels die een sterkere reactie oproepen
Slide 11 - Tekstslide
De sleutelprikkel bij de meeuw is
A
Rode vlek op de snavel
B
Aanwezigheid van een snavel
Slide 12 - Quizvraag
Supranormale prikkel bij het onderzoek bij meeuwen
A
Extra rode potlood
B
Verandering van meeuw naar potlood
Slide 13 - Quizvraag
Dreiggedrag
De rode buik van een mannetjes stekelbaars is een uitwendige prikkel voor een ander mannetje.
Het andere mannetje zal hier altijd hetzelfde op reageren, namelijk met dreiggedrag
(weg jij!). De rode buik is dus een sleutelprikkel.
Slide 14 - Tekstslide
Hoe maken dieren elkaar iets duidelijk?
Elkaar iets duidelijk maken noem je communicatie.
Mensen kunnen elkaar iets duidelijk maken door te praten (verbaal gedrag). Andere dieren doen dit vaak met hun lichaamshouding (non-verbaal gedrag of lichaamstaal).
Dieren communiceren op verschillende manieren:
1. Geluiden
2. Lichaamshouding
3. Kleuren
Slide 15 - Tekstslide
Geluiden
Veel dieren maken geluiden. Daarmee kunnen ze berichten uitwisselen.
Zo kunnen dieren elkaar bijvoorbeeld waarschuwen voor gevaar.
Een leeuw kan met zijn gebrul laten weten dat hij in zijn gebied de baas is.
Slide 16 - Tekstslide
Lichaamshouding
Aan de staart van een hond kun je zien hoe hij zich voelt.
Met de staart tussen de benen laten ze zien dat ze bang zijn (plaatje 2).
Met de staart omhoog laten ze zien dat ze veel zelfvertrouwen hebben (plaatje 3).
Bij plaatje 4 kan een hond met zijn staart laten zien dat hij kan gaan dreigen.
Slide 17 - Tekstslide
Kleuren
Sommige dieren gebruiken kleuren om een boodschap over te brengen.
Een pauw zet zijn gekleurde veren uit om een hen (vrouwtje) te laten zien dat hij met haar wil paren.
Als een vrouwtjes baviaan een rood en opgezwollen achterwerk heeft, is dit voor een mannetje het signaal dat ze vruchtbaar is.
Slide 18 - Tekstslide
Aan de slag!
Werkboek B: blz 73
5.1: Prikkels en signalen
Opdracht 5, 6, 10, 11, 12, 22
Open het lesboek online via Magister > Leermiddelen > Nectar > leerboek vmbo Gt-3
Slide 19 - Tekstslide
5.2: Sociaal gedrag
Al het gedrag tussen soortgenoten:
Territoriumgedrag: het verdedigen en afbakenen van het eigen gebied
Voortplantingsgedrag: het vinden van een soortgenoot, de paring en het verzorgen van jongen.
Groepsgedrag: taakverdeling binnen groepen dieren en het vaststellen van de rangorde
Slide 20 - Tekstslide
Hoe bakenen deze diersoorten hun territorium af?
Geluid
Geuren
Boos worden als iemand op je plek gaat zitten
Slide 21 - Sleepvraag
Afbakenen door geluid
Slide 22 - Tekstslide
Afbakenen door geurvlaggen
Slide 23 - Tekstslide
Gedrag in het territorium
Dieren verdedigen hun territorium tegen soortgenoten.
Als er een indringer is, wordt de 'eigenaar' van het territorium agressief. Hij vertoont dan aanvalsgedrag.
De indringer vertoont dan meestal vluchtgedrag.
Op de grens van het territorium zie je vaak dreiggedrag.
Slide 24 - Tekstslide
Overspronggedrag
Soms is de motivatie voor vluchten en aanvallen even sterk. Een dier kan dan gedrag vertonen dat niet bij de situatie past.
Bijv. een kat die zich gaat wassen of een mens die zich gaat krabben
Slide 25 - Tekstslide
Waarom hebben dieren een territorium?
Slide 26 - Woordweb
Voortplantingsgedrag
Voortplantingsgedrag is gedrag dat te maken heeft met voortplanting.
Baltsgedrag
Paring
Broedzorg
Slide 27 - Tekstslide
Gedrag bij voortplanting
Het gedrag waarmee een mannetje en vrouwtje elkaar lokken, heet baltsgedrag.
Honden besnuffelen elkaar en sommige vogels voeren samen een 'dans' uit.
Door de balts laten dieren elkaar weten dat ze geschikte partners zijn. Het baltsgedrag vergroot de bereidheid tot paren.
Slide 28 - Tekstslide
Broedzorg
Na de paringsdans (balts) komt
het paren.Na het paren, komen
er jongen.
Het uitbroeden van of
grootbrengen van de jongen, heet
broedzorg.
Slide 29 - Tekstslide
Twee katers die hevig naar elkaar dreigen, gaan plotseling beide hun vacht schoonlikken. Hoe heet het gedrag dat de katten dan vertonen?