Grammar in Use 117 Like / As
As gebruik je vaak om een vergelijking te maken. Je gebruikt het bijvoorbeeld om iemands beroep, positie of rol aan te geven. As wordt gebruikt voor bijzinnen en in combinatie met voorzetsels. Je kunt bijvoorbeeld zeggen: As in the past year, I am going to France (Net zoals vorig jaar, ga ik naar Frankrijk.). Een ander voorbeeld is: I work as a teacher at an elementary school (Ik werk als leraar op een basisschool).