In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
12.1: Eigenschappen doorgeven
Slide 1 - Tekstslide
Startopdracht: Stamboom maken
- Maak een stamboom van je eigen familie
- Kies een eigenschap (oogkleur, haarkleur o.i.d.)
- Geef dit aan met een kleurtje
- Maak een legenda met wat elke kleur is
timer
10:00
Slide 2 - Tekstslide
Hoe kom je aan blauwe ogen?
- Moeder heeft twee allelen voor blauwe ogen
- Vader heeft twee allelen voor blauwe ogen
Wat is voor beiden het genotype?
Slide 3 - Tekstslide
Hoe kom je aan blauwe ogen?
- Twee verschillende allelen: heterozygoot
- Twee dezelfde allelen: homozygoot
Wat is vader? Wat is moeder? Wat is kind?
Slide 4 - Tekstslide
Hoe kom je aan blauwe ogen?
Iedereen heeft dezelfde allelen, iedereen heeft dezelfde oogkleur
Slide 5 - Tekstslide
Hoe kom je aan blauwe ogen?
Niet dezelfde allelen, niet dezelfde oogkleur
- Sommige allelen zijn 'sterker' (dominant) dan andere (recessief)
Welk allel is hier dominant?
Slide 6 - Tekstslide
Kies de juiste definities bij de juiste begrippen
Het allel dat onderdrukt kan worden (zwakker)
Het overheersende allel (sterker)
twee verschillende allelen voor een eigenschap
Twee dezelfde allelen voor een eigenschap
Zichtbare eigenschappen van een organisme
De allelen die een organisme heeft voor een eigenschap
Fenotype
Genotype
Heterozygoot
Homozygoot
Recessief
Dominant
Slide 7 - Sleepvraag
Hoe noteer je erfelijke eigenschappen?
Slide 8 - Tekstslide
Als iemand het genotype BB heeft, dan is die person...
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot dominant
C
Heterozygoot recessief
D
Homozygoot recessief
Slide 9 - Quizvraag
Als iemand het genotype Bb heeft, dan is die persoon ...
A
Homozygoot dominant
B
Heterozygoot dominant
C
Heterozygoot recessief
D
Homozygoot recessief
Slide 10 - Quizvraag
Waarom kan iemand niet heterozygoot dominant/recessief zijn?
Slide 11 - Open vraag
Hoe zien de nakomelingen er uit?
Slide 12 - Tekstslide
Oefening
Twee ouders zijn allebei homozygoot, ze hebben allebei blauwe ogen. Bruin is dominant over blauw. Wat is de kans dat ze een kind krijgen met bruine ogen?
Slide 13 - Tekstslide
Oefening
1. Wat is het genotype van de ouders?
2. Welke allelen hebben ze?
3. Maak een kruisingsschema
4. Wat is de kans op een kind met blauwe ogen?
Kruisingstabel
A
a
A
AA (bruin)
Aa (bruin)
a
Aa (bruin)
aa (blauw)
De kans op een kind met blauwe ogen is 1/4, dus 25%
Slide 14 - Tekstslide
Oefening
Kort haar (A) is dominant over lang haar (a) in konijnen. Een heterozygoot en homozygoot dominant konijn gaan paren.
Maak een kruisingstabel. Welke fenotypen kan je verwachten?