Chapitre 1 Salut ! Voca A,B E, F + Lidwoorden+ avoir

chapitre 1: Salut!
Voca A, B, E, F
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 19 min

Onderdelen in deze les

chapitre 1: Salut!
Voca A, B, E, F

Slide 1 - Tekstslide

la France
salut
la plage
le lapin
le chien
pour moi
le chat
aussi
maintenant
kijk!
mignon
pour moi
het konijn
Frankrijk
regarde!
nu
nu
leuk, schattig
hoi
het strand
de hond
de kat
voor mij
ook

Slide 2 - Sleepvraag

on va à
j'aime
Het gaat goed.
demain
Tu as un chien?
bienvenue
de week
le poisson
Bonjour, ça va?
wij gaan door
il joue
Oui, j'ai un chien.
morgen
we gaan naar
on continue
Hallo, hoe gaat het?
Ja, ik heb een hond.
hij speelt
ik houd van
ça va bien
Heb jij een hond?
la semaine
welkom
de vis

Slide 3 - Sleepvraag

geniaal
la copine
de vriend
je suis
beaucoup
le prix
wanneer
en vacances
veel
ik organiseer
cool
j'habite
ik ben
génial
j'organise
beaucoup
ik woon
gek
de vriendin
le copain
veel
quand
de prijs
op vakantie

Slide 4 - Sleepvraag

Ik heet
Je m'appelle Léa. Et toi?
dankjewel
de zee
hier
la message
wat is dat?
pourquoi
het probleem
waar woon jij?
vandaag
J'habite à Paris.
la mer
Je m'appelle
Tu habites où?
le problème
Ik woon in Parijs.
aujourd'hui
Ik heet Léa. En jij?
merci
ici
c'est quoi?
het bericht
waarom

Slide 5 - Sleepvraag

er is , er zijn
bizzare
maar
helpen
le portable
ensemble
le pays
presque
iets
peut-être
alors
on adore
aider
il y a 
misschien
quelque chose
wij zijn dol op
dus, dan
vreemd
mais
het mobieltje
het land
samen
bijna

Slide 6 - Sleepvraag

Quel est ton numéro de téléphone?
petit
il passe
donc
chouette
alstublieft (als je iets geeft)
au revoir!
Mon numéro, c'est ...
groot
hij blijft
dus
wat is je telefoonnummer?
grand
mijn nummer is ..
il reste
klein
hij brengt door
te gek
voilà
tot ziens

Slide 7 - Sleepvraag

mijn vader
Tu as quel âge?
mijn moeder
Oui, j'ai un frère.
le cousin
Heb jij een broer?
la famille
le frère
de nicht
Ik ben dertien jaar.
la soeur
mon père
la cousine
de broer
de zus
J'ai treize ans
Hoe oud ben jij?
ma mère
Ja, ik heb een broer
Tu as un frère?
de neef
de familie

Slide 8 - Sleepvraag

avoir:

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je over 'avoir'?

Slide 10 - Woordweb

Ken je nog het rijtje van 'avoir'?
schrijf het op!

Slide 11 - Woordweb

traduis: jij hebt
A
j'ai
B
tu as
C
tu a
D
il a

Slide 12 - Quizvraag

Remplis le verbe 'avoir':
On est trois. Mais nous............une tente pour deux personnes.

Slide 13 - Open vraag

Remplis le verbe 'avoir':

On ............une bonne idée

Slide 14 - Open vraag

Remplis le verbe 'avoir':
J'.............un problème.

Slide 15 - Open vraag

Remplis le verbe 'avoir':
Tu .........un numéro de téléphone?

Slide 16 - Woordweb

Remplis le verbe 'avoir':
Les frères de Tom ........une énorme tente.

Slide 17 - Woordweb

traduis: zij heeft
A
elle a
B
il a
C
j'ai
D
elles ont

Slide 18 - Quizvraag

Remplis le verbe 'avoir':
Féline ...........aussi un numéro.

Slide 19 - Woordweb

Remplis le verbe 'avoir':
Vous .........une tente?

Slide 20 - Woordweb

traduis: zij hebben
A
ils ont
B
elle a
C
il a
D
elles ont

Slide 21 - Quizvraag

Traduis: we hebben
A
on a
B
vous avez
C
nous avons
D
ils ont

Slide 22 - Quizvraag

Traduis: zij hebben
A
ils ont
B
nous avons
C
elles ont
D
vous avez

Slide 23 - Quizvraag

Celine et Anna .............
A
ils ............
B
il .............
C
elles.............
D
nous..............

Slide 24 - Quizvraag

Tom et Saskia..............
A
Il....................
B
Elle..............
C
Elles.....................
D
Ils...................

Slide 25 - Quizvraag

De lidwoorden

Slide 26 - Tekstslide

Wat weet je al over de lidwoorden in het Frans.

Slide 27 - Woordweb

choisis: le/la/ l'/les/un/une
A
la famille
B
une famille
C
le famille
D
les famille

Slide 28 - Quizvraag

choisis: le/la/ l'/les/un/une
A
les stylos
B
une stylo
C
la stylo
D
les stylo

Slide 29 - Quizvraag

choisis: le/la/ l'/les
A
le piscine
B
l'piscine
C
les piscine
D
la piscine

Slide 30 - Quizvraag

choisis: le/la/ l'/les/un /une
A
la fille
B
le fille
C
un fille
D
une fille

Slide 31 - Quizvraag

choisis: le/la/ l'/les/un/une
A
le ordinateur
B
les ordinateurs
C
la ordinateur
D
l'ordinateur

Slide 32 - Quizvraag

choisis: le/la/ l'/les
A
le hôtel
B
les hôtel
C
l'hôtel
D
la hôtel

Slide 33 - Quizvraag

choisis: le/la/ l'/les
A
la frère
B
les frère
C
le frère
D
l'frère

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Sleepvraag

choisis: le/la/ l'/les
A
la vacance
B
les vacances
C
le vacance
D
l'vacances

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Sleepvraag

les 2

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Sleepvraag