Bas 5 Bloedvatenstelsel

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Hoofdstuk 4 De bloedsomloop

Basisstof 5 Je bloedvatenstelsel

Lesdoelen

In deze les leer je: 

• Wat de namen zijn van alle bloedvaten
• Hoe je met 3 regels kan bepalen wat de namen zijn

3 Regels

1. Bepaal eerst de stroomrichting van het bloedvat
2.  Bepaal of het een slagader of een ader is
3. Plak de naam van het orgaan waar het bloed naartoe gaat of vanaf stroomt vast aan het bloedvat 

1: Bepaal de stroomrichting

• het bloed komt via de boezems in het hart
• Het bloed gaat via de kamer uit het hart
• Het bloed stroom overal met de klok mee, behalve in het hoofd tegen de klok in

2: Bepaal of het een slagader of een ader is

3: Plak de naam van het orgaan waar het bloed naartoe gaat of vanaf stroomt vast aan het bloedvat 

Leverslagader

Leverader

Voorbeeld 1

1: Het bloed stroomt van het hart naar een een orgaan

2: Het is dus een slagader

3: Het bloed gaat naar de nier dus is het een nierslagader

Voorbeeld 2

1: Het bloed stroomt van een orgaan terug naar het hart

2: Het is dus een ader

3: Het bloed stroomt van de nier af dus het is een nierader

Sleep de namen naar de juiste bloedvaten 

Nierslagader

Longader

Leverader

Poortader

Aorta

Longslagader

Longader en Longslagader

De longader vervoert zuurstofrijk bloed vanuit je longen naar je hart. Dit is de enige ader in het lichaam die zuurstofrijk bloed vervoert. 

De longslagader vervoert zuurstofarm bloed van het hart naar je longen.

Einde les

Maak nu zelfstandig basisstof 5 opdracht 26 t/m 30.

Als je een vraag hebt steek je hand op. 

Ben je klaar? Kijk alvast naar basisstof 6