1. Overzien

Overzien
Kennis inzetten over leren en hoe je dat het beste kunt doen. Het houdt in dat de student weet welke leerstrategieën hij tot zijn beschikking heeft om een leertaak uit te voeren en wanneer het verstandig is om deze in te zetten.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Overzien
Kennis inzetten over leren en hoe je dat het beste kunt doen. Het houdt in dat de student weet welke leerstrategieën hij tot zijn beschikking heeft om een leertaak uit te voeren en wanneer het verstandig is om deze in te zetten.

Slide 1 - Tekstslide

Deze strategie helpt de student te kiezen wat de juiste aanpak is voor een opdracht, waardoor het leren effectiever verloopt. Overzien is een van de belangrijkste strategieën. Overzien heeft te maken met hoe je, in het algemeen, kan leren voor een vak/onderwerp. Overzien betekent dus dat een student in staat is om te bepalen wat ervoor nodig is om aan alle eisen van een opdracht te voldoen.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe kun je zien dat een student leerstrategie Overzien inzet?
  • De student kan uitleggen welke verschillende manieren er zijn om iets te leren
  • De student kan uitleggen welke stappen je moet nemen om iets te onthouden
  • De student kan uitleggen op welke manier je het beste een opdracht kunt uitvoeren of probleem kunt oplossen
  • De student kan een medestudent advies geven over hoe hij een opdracht het beste kan aanpakken

Slide 3 - Tekstslide

Tips
Vermoed je dat studenten de leerstrategie overzien niet beheersen? 
  1. Strategie-instructie
  2. Motiveren om metacognitieve kennis te gebruiken
  3. Metacognitieve vragen stellen
  4. Strategisch voorbereiden op taak of opdracht

Slide 4 - Tekstslide

1. Strategie-instructie
Besteedt in het curriculum aandacht aan de inzet van leerstrategieën. Hierdoor gaan studenten beter presteren. Het volgende stappenplan kan hierbij als leidraad dienen:
Stap 1: Leerstrategieën bespreken; zet alle leerstrategieën op een poster, hang deze op zodat hij zichtbaar is. Leg uit wat de strategieën inhouden en vraag ze om voorbeelden te verzinnen van wanneer je ze zou kunnen gebruiken. Bijv. Wanneer is het verstandig iets te herhalen voor jezelf? Wanneer moet je gaan plannen?

Slide 5 - Tekstslide

1. Strategie-instructie
Stap 2: Leerstrategieën toespitsen; grijp bij elke belangrijke opdracht en bij elk vak terug op de poster met leerstrategieën. Bespreek samen welke leerstrategie het best toegepast kan worden op de betreffende opdracht. Neem dit stapsgewijs door en laat a.h.v. een voorbeeld zien hoe de leerstrategie kan helpen bij de opdracht.
Stap 3: Oefenen; Laat studenten zelf aan de slag gaan met een opdracht en laat hen daarbij de leerstrategieën toepassen die zojuist besproken en voorgedaan zijn.

Slide 6 - Tekstslide

1. Strategie-instructie
Stap 4: Evalueren; Bespreek na uitvoering van de opdracht hoe het ging met de ingezette leerstrategie. Gebruik hierbij de volgende vragen: 

  • Hoe heb je dit probleem opgelost? Welke stappen heb je gezet? Welke leerstrategie(ën) heb je gebruikt?
  • Hoe beviel dat? Vond je het moeilijk of makkelijk?
  • Wanneer is het handig om het op deze manier te doen?
  • Wanneer kun je het beter niet zo doen? Wat kun je beter doen?

Slide 7 - Tekstslide

1. Strategie-instructie
Stap 5: Steeds meer loslaten; Herhaal een aantal weken stap 1 t/m 4 voor een bepaalde opdracht, op zo'n manier dat jou inbreng steeds kleiner wordt. Na een paar keer kun je bijv. bij stap 2 een student vragen om a.h.v. een voorbeeld te laten zien hoe de betreffende leerstrategieën kunnen helpen bij de opdracht. Studenten nemen steeds meer het stokje over, zodat het toepassen van leerstrategieën steeds meer eigen wordt gemaakt.

Slide 8 - Tekstslide

2. Motiveren om metacognitieve kennis te gebruiken
Breng de voordelen van leerstrategieën in kaart. Het inzetten hiervan vereist een actieve houding. Deze moeite zal een student alleen nemen als hij de waarde inziet. Je kan dat stimuleren (evt. als onderdeel van tip 1) door de voordelen in kaart te brengen, zoals:
  • Je wordt beter in opdrachten
  • Je maakt minder fouten
  • Je resultaten worden beter
  • Leren wordt leuker omdat het makkelijker wordt

Slide 9 - Tekstslide

3. Metacognitieve vragen stellen
Bij moeilijke opdrachten kunnen studenten het overzicht kwijt raken. Metacognitieve kennis helpt de blik te verbreden. Hiervoor kan je de volgende vragen stellen:
  • Wat is hier het probleem?
  • Begrijp je het probleem?
  • Wat is het verschil tussen dit probleem en soortgelijke problemen die je eerder tegenkwam?
  • Op welke manieren zou je dit probleem kunnen oplossen?

Slide 10 - Tekstslide

4. Strategisch voorbereiden op een taak
Van te voren nadenken over hoe een opdracht het beste aangepakt kan worden, zorgt ervoor dat studenten beter presteren. Leg hiervoor eerst uit wat studenten kunnen verwachten. Evt. maak je gebruik van de opdracht op de volgende pagina. Hierdoor denken studenten strategisch na over de voorbereiding. Dit kan helpen om de taak goed uit te voeren. Je kan in eerste instantie het ingevulde schema gebruiken, in later stadium kan de student zelf gaan nadenken over wat er op dat moment relevant is om een taak uit te voeren. 

Slide 11 - Tekstslide

Bronnen
Gebruiken Ja/Nee
Zo ja, wat maakt deze bron belangrijk voor jou om te gebruiken?
Zo ja, hoe en wanneer ga je deze bron gebruiken?
Aantekeningen
Boek
Werkboek
Filmpjes op internet
Informatie op internet
Oefenvragen beantwoorden
Vragen stellen in de klas
Materialen eerdere modules
Uitleg of hulp van iemand

Slide 12 - Tekstslide