4V - Gerund

Gerund
At the end of the lesson you can apply the rules of the Gerund! 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gerund
At the end of the lesson you can apply the rules of the Gerund! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

What do you notice in these sentences?
  • Smoking is forbidden in the barbershop.
  • I look forward to seeing you next week.
  • Could you start doing your homework? 
  • That dress isn't worth buying.
  • He started running.


Slide 2 - Tekstslide

  • -ing staat achter sommige woorden
  • Vraag de leerlingen: Welk woord staat er voor? 
What do you notice in these sentences

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Gerund
We use the '-ing vorm' as a noun (zelfstandig naamwoord):

 1. As the subject of the sentence  (onderwerp van de zin)
Example: Biking in the mall is forbidden. 

2. After prepositions (na voorzetsels) 
Example: She's fond of cycling.

3. After verbs that say how much you like something (werkwoorden die zeggen hoe je iets vindt. (like, love, hate, enjoy, etc.)
Example: I love going to the movies. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

How is the gerund used in this sentence?:

Thanks for inviting me to the party!
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Smoking is forbidden in this school.
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


I enjoy spending time with you.
A
Onderwerp
B
Werkwoorden (die zeggen hoe je iets vindt)
C
Voorzetsels

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gerund
We can also use the gerund as a noun (zelfstandig naamwoord) in these cases:
1. After certain verbs that mean 'beginning', 'end' or 'to continue' (na werkwoorden die 'begin', 'einde', of 'doorgaan' aangeven. For example: start, begin, finish, go on, etc.
Example: Everybody had finished writing

2. After certain other verbs (andere werkwoorden). For example: delay, postpone, put off, imagine, consider, avoid, etc. 
Example: I put off learning vocabulary for a whole week.

3. After certain expressions (uitdrukkingen). For example: it's no good, it's no use, it's worth, can't help, to be busy, etc.
Example: She can't help singing all day long. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


It's worth trying to sell it.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Everybody had finished speaking.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


He put off seeing her.
A
Werkwoorden (begin, einde, doorgaan)
B
Uitdrukkingen
C
Andere werkwoorden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Exceptions
We can also use 'to' with certain verbs and it means the same as the gerund form
  1. Start
  2. Begin
  3. Continue 
  4. Like
  5. Love
  6. Hate
  7. Prefer
  8. Stop 

Bijvoorbeeld: I hate getting up early / I hate to get up early. (de betekenis is hetzelfde)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


....(write) in English is easy.

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


I love ... (go) out to restaurants.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

That make-up product isn't worth ... (buy)

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I'm looking forward to ... (receive) your letter.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


My mother considers ... (leave) Rob.

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


They suddenly stopped ... (run).

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Make your own sentence with a Gerund!

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Homework
Exercise: 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies