4.1 - geslachtsorganen EN 4.2 - puberteit (2VWO)

Planning:
  1. start thema 4
  2. leerdoelen + uitleg 4.1
  3. opdrachten maken 4.1
  4. leerdoelen + uitleg 4.2
  5. opdrachten maken 4.2


Voor we starten;  gemaakt PW thema 3 bespreken we over 2 weken.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  1. start thema 4
  2. leerdoelen + uitleg 4.1
  3. opdrachten maken 4.1
  4. leerdoelen + uitleg 4.2
  5. opdrachten maken 4.2


Voor we starten;  gemaakt PW thema 3 bespreken we over 2 weken.

Slide 1 - Tekstslide

Voor we beginnen met thema 4;
respect voor elkaar en de onderwerpen!

Slide 2 - Tekstslide

leerdoelen 4.1 - geslachtsorganen
  1. Ik kan uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
  2. Ik kan de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.
  3. Ik kan de primaire geslachtskenmerken noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Geslachtskenmerken;

Geslacht of sekse
Je ziet aan de lichamelijke kenmerken van de baby of het een meisje of jongen is.

De kenmerken waaraan je dit kan zien = geslachtskenmerken

Slide 4 - Tekstslide

Primaire geslachtskenmerken zijn ...
...de geslachtskenmerken die al bij 
de geboorte aanwezig zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Welke primaire geslachtskenmerken?
jongen
meisje
opening vagina
penis
vulva ->
vulvalippen
balzak
clitoriseikel

Slide 6 - Tekstslide

Intersekse

Slide 7 - Tekstslide

Intersekse
Baby heeft dan beide geslachtskenmerken.

Soms is dit bij de geboorte al zichtbaar, maar soms kan het ook betekenen dat de ontwikkeling (tijdens de puberteit)  tot volwassenen anders verloopt dan verwacht. 



In Nederland wordt gemiddeld één keer per week een intersekse baby geboren. 


Slide 8 - Tekstslide

uitwendige geslachtsorganen
Het voortplantingsstelsel bestaat uit allerlei organen die een rol spelen bij de voortplanting.

De geslachtsorganen zorgen ervoor dat mensen zich kunnen voortplanten.



Deze organen zijn deels aan de buitenkant zichtbaar:

Slide 9 - Tekstslide

Uitwendige geslachtskenmerken bij de vrouw
Uitwendige geslachtskenmerken bij de man

Slide 10 - Tekstslide

uitwendige 
en 
inwendige 
geslachtsorganen 
vrouw



  • clitoris: gevoelig voor prikkels die een fijn gevoel geven
  • clistoriseikel (glans); deel van clitoris wat aan de buitenkant zichtbaar is
  • clitorishoed: de huidplooi wat de clitoriseikel omgeeft
  • zwellichamen: grootste deel clitoris (inwendig). Bij seksuele opwinding, zullen de zwellichamen met bloed, hierdoor worden ze groter en steviger.
  • binnenste vulvalippen: gladde huidplooien  aan de opening van de urinebuis en de vagina
  • buitenste schaamlippen: omgeven de binnenste vulvalippen en zijn behaard
  • maagdenvlies: randje weefsel aan begin van de vagina (= geen dicht vlies, sommige meisjes worden zonder geboren)
  • baarmoeder: hierin kan een bevruchte eicel zich ontwikkelen tot kind
  • eileiders: verbinding tussen eierstokken en baarmoeder,  transport zaadcellen en (bevruchte) eicellen
  • eierstokken: hierin zitten honderdduizenden onrijpe eicellen
  • vagina: het kanaal naar de baarmoeder

Slide 11 - Tekstslide

uitwendig en inwendige geslachtsorganen man
  • zwellichamen: vullen zich met bloed bij seksuele opwinding
  • 2 teelballen: produceren zaadcellen
  • bijballen;  tijdelijke opslag zaadcellen
  • zaadleiders; vervoeren zaadcellen
  • prostaat; voegt vocht toe aan zaadcellen
  • urinebuis: vervoeren urine en zaadcellen

Slide 12 - Tekstslide

Maak nu ONLINE van thema 4
 - van basisstof 4.1
- opdracht 1 t/m 6
(- 4 deels kleuren in WB)
timer
15:00

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2 - puberteit
  • Ik kan uitleggen wat de functie is van hormonen.
  • Ik kan de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.

Slide 14 - Tekstslide

samen doorlezen 4.2

Slide 15 - Tekstslide

samenvatting 4.2
Hormonen zijn stoffen die de werking van organen regelen.
- Worden gemaakt door hormoonklieren en afgegeven aan het bloed.

Geslachtshormonen worden gemaakt door geslachtsorganen.
- Testosteron is het mannelijke geslachtshormoon.
- Oestrogenen zijn vrouwelijke geslachtshormonen.

Slide 16 - Tekstslide

In de puberteit produceert de hypofyse stimulerende hormonen.
- Zorgen voor groeispurt, rijping van eicellen, ontwikkeling zaadcellen.
- Zorgen ervoor dat eierstokken en teelballen zelf ook hormonen produceren. 

Door hormonen uit eierstokken en teelballen ontstaan secundaire geslachtskenmerken. 
- bij jongens: o.a. borsthaar, baardgroei, zwaardere stem, gespierde        lichaamsbouw.
- bij meisjes: o.a. borsten, brede(re) heupen, ronde lichaamsvormen.

Slide 17 - Tekstslide

Bij intersekse personen ligt het eraan welke hormonen er worden geproduceerd, welke secundaire geslachtskenmerken er in de puberteit ontstaan.
- Kan een mix van mannelijke en vrouwelijke secundaire     geslachtskenmerken zijn.

Andere lichamelijke veranderingen in de puberteit:
- De vagina produceert meer afscheiding.
- Onder de voorhuid kan zich smegma ophopen.
- Meer zweten, vettere (gezichts)huid en puistjes.
 

Slide 18 - Tekstslide

Geestelijke veranderingen in de puberteit:
- Meer belangstelling krijgen voor andere mensen.
- Soms verliefd worden op iemand.
- Seksualiteit begint een belangrijke rol te spelen in je leven.
- Je stelt je zelfstandiger op naar je ouders.
- Je gaat anders om met vrienden en vriendinnen, vaker  
   vriendschappen in groepjes.
- Je voelt je soms boos, onzeker, eenzaam of verdrietig.

Iedereen ontwikkelt zich anders en ieder lichaam is uiteindelijk anders. 

Slide 19 - Tekstslide

Werk nu verander aan:
thema 4:
- basisstof 4.1 - opdracht 1 t/m 6         (4 deels in WB kleuren)
- basisstof 4.2 - opdracht 1 t/m 7        (waarvan 4 in je WB)



Wat niet af is, wordt automatisch huiswerk voor de volgende les!

Slide 20 - Tekstslide