Onregelmatige werkwoorden Vriendschap

Onregelmatige werkwoorden verleden tijd
Thema Vriendschap
A1-A2
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2ISK

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Onregelmatige werkwoorden verleden tijd
Thema Vriendschap
A1-A2

Slide 1 - Tekstslide

🎯 Lesdoel:

  • Je leert de verleden tijd van de onregelmatige werkwoorden van dit thema herkennen en toepassen.
  • Je kunt eenvoudige zinnen maken met de werkwoorden.




Slide 2 - Tekstslide

Tip
Voorbeeld: 
Ik deed mijn huiswerk.
Schrijf een zin in de verleden tijd.

Slide 3 - Woordweb

Onregelmatige werkwoorden 
in de verleden tijd

📢 Sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd.

Voorbeelden:
kijken → keek
doen → deed

Regelmatige werkwoorden 
in de verleden tijd

📢 Gebruik het 't kofschip om te weten of je -de(n) of -te(n) moet schrijven!

Voorbeelden:
halen →  haalde(n)
fietsen → fietste(n)



Slide 4 - Tekstslide

Samen oefenen: 
Pak je schrift en schrijf mee!



  1. Gisteren … (doen) de televisie het niet.
  2. Wij … (dragen) onze jassen niet.
  3. Zij … (hangen) hun tassen over de stoel.
A2
A2-oefeningen:

  1. Wij … (bezoeken) onze vrienden .
  2. De vrienden … (breken) hun vriendschap.
  3. Zij … (langskomen) ... bij ons thuis.

Slide 5 - Tekstslide

Vul de juiste verleden tijd in:
Ik … (hebben) geen tas bij me.

Slide 6 - Open vraag

Vul de juiste verleden tijd in:
Hij … (helpen) me met wiskunde.

Slide 7 - Open vraag

Vul de juiste verleden tijd in:
Wij ... (kijken) uit het raam.

Slide 8 - Open vraag

Samenwerken


  • Werk in tweetallen.
  • Schrijf een kort verhaal van 3 zinnen in de verleden tijd.
  • Gebruik deze werkwoorden: komen - nemen - uitgaan
A2
  • Werk in tweetallen.
  • Schrijf een kort verhaal van 4-5 zinnen in de verleden tijd.
  • Gebruik deze werkwoorden: bezoeken - breken - langskomen
  • Maak 2 samengestelde zinnen.
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Noem één sterk werkwoord en de verleden tijd daarvan.

Slide 10 - Open vraag

Ik vind het moeilijk om werkwoorden in de verleden tijd te schrijven.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Meer oefenen
Ga naar DISK:
  • Grammatica:
  • 2 het werkwoord:
2.21 het werkwoord: ik kwam, ik ging

Slide 12 - Tekstslide