Geschiedenis carnaval en vastenavond

Vastenavend 
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolMBOGroep 5

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vastenavend 

Slide 1 - Tekstslide

Carnaval

Slide 2 - Tekstslide

vastenavend/carnaval

Slide 3 - Woordweb

Waar komt carnaval vandaan?
- ontstaan in de middeleeuwen in Italië
- katholiek feest 
- gevierd in het zuiden van Nederland
- feest van zotheid en uitbundigheid
- voorafgaand aan 40 dagen vasten
- na de vastentijd is het Pasen (eerste zondag na eerste volle maan van de lente)




Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel dagen vasten zijn er na carnaval?
A
25
B
40
C
30
D
60

Slide 6 - Quizvraag

Waar wordt GEEN carnaval/vastenavend gevierd?
A
Tilburg
B
Maastricht
C
's Hertogenbosch
D
Groningen

Slide 7 - Quizvraag

zeulband 
dweilorkest

Slide 8 - Tekstslide

De naam vastenavend? 
Fastel-avond; lente feest in Duitsland 
of
Vasten-avond: de avond voor het vasten, dinsdagavond 


Slide 9 - Tekstslide

De naam carnaval?
De naam komt mogelijk van Carne Vale --> vaarwel vlees
of
Carrus navalis --> scheepswagen, vanwege de versierde wagens in de optocht

Slide 10 - Tekstslide

Het Krabbegat 
- Meekrab --> plant --> rode kleurstof--> vroeger verbouwd in B.o.Z
- Krab als symbool; BOZ lag aan de Oosterschelde 
- Krab; eigenzinnig, dwarslopen; eigenschappen Bergenaar. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Tullepetaonestad
- Afkomstig van het Franse woord voor parelhoen 
"Poelepetaat"
- Parelhoenders zijn kleurrijk en kunnen behoorlijk krijsen en tekeergaan, net als Roosendalers met carnaval

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

kleding BoZ

kleding Roosendaal

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekent carne vale?
A
Mooie wagen
B
Vaarwel vlees
C
Samen feesten
D
Allemaal vasten

Slide 16 - Quizvraag

wie is wie met carnaval?

Slide 17 - Tekstslide

De Bergse prins
- Aanvoerder van de leut
- Heerser van het krabbegat 
- Een gouden krab, olifantenhaar
- Zuidwester met veer

Slide 18 - Tekstslide

De nar
- Verantwoordelijk voor vermaak 
- Maakt veel grappen 
- Gaat tegen regels in 


Slide 19 - Tekstslide

Grootste boer

- Begeleidt prins en zijn gevolg
- Burgemeester  tijdens carnaval




Slide 20 - Tekstslide

Steketee 
- Politieagent 
- Maakt de weg vrij 
- Op een leutige manier

Slide 21 - Tekstslide

De Roosendaalse Prins/Nar/Sjampetter
Prins ( Hoogheid – Oòg’eid – Priens)
Nar
Sjampetter
De functionarissen gaan voorop in het uitdragen van het feest!
Prins draagt steek met fazantveren
Laatste dag carnaval geeft hij zijn veren weg



Slide 22 - Tekstslide

Boerenraad 
Roosendaal heeft een boerenraad
de prins, nar en sjampetter horen ook bij de raad.

Slide 23 - Tekstslide

Optocht 
Intocht (en optocht)

Slide 24 - Tekstslide

Motto
Roosendaal
ieder jaar een nieuw motto van 11 letters

Slide 25 - Tekstslide

Motto 
Bergen op Zoom

Slide 26 - Tekstslide

motto Roosendaal
motto Bergen op Zoom

Slide 27 - Tekstslide

Hoe heet Roosendaal met Carnaval?
A
Tuppeletoanestad
B
Krabbegat
C
Krabbestad
D
Tullepetaonestad

Slide 28 - Quizvraag

Wat is het motto van Bergen op Zoom dit jaar?
A
Ier op safari
B
agge mar leut et
C
Kopke 'n onder in de leut
D
Krabben naar de zee

Slide 29 - Quizvraag


A
Dit beeld staat in Roosendaal
B
Dit beeld staat in Bergen op Zoom
C
Dit beeld staat in Breda
D
Dit beeld staat in Hoogerheide

Slide 30 - Quizvraag


A
Deze kerk staat in Roosendaal
B
Deze kerk staat in Breda
C
Deze kerk staat in Bergen op Zoom
D
Deze kerk staat in Hoogerheide

Slide 31 - Quizvraag

De grootste boer hoort bij :
A
Tullepetaonestad
B
Krabbegat

Slide 32 - Quizvraag

Wat is de naam van de politieagent in Bergen?
A
Stiekje
B
Stompie
C
Steketee
D
Sjampetter

Slide 33 - Quizvraag

De boerenzakdoek hoort bij
A
Bergen
B
Roosendaal

Slide 34 - Quizvraag

Wanneer is het carnaval dit jaar?
A
1-4 maart
B
1-5 april
C
4 en 5 maart
D
30 en 31 februari

Slide 35 - Quizvraag