Interview

Nederlands, leerjaar 1
Interviewen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands, leerjaar 1
Interviewen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen in deze les
  • Je weet wat een interview is.
  • Je weet wat open en gesloten vragen zijn.
  • Je kunt open en gesloten vragen stellen.
  • Je kunt een interview voorbereiden.
  • Je kunt uitleggen wat 'doorvragen' betekent.
  • Je kunt een interview afnemen en uitwerken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een interview?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aboutaleb vertrekt als burgemeester van Rotterdam

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
  • Je interviewt in tweetal zes Rotterdammers op straat
  • HOOFDVRAAG: waar moet de nieuwe burgemeester aan voldoen?
  • Houd rekening met de pluriformiteit van de stad: Rotterdam telt 170 verschillende nationaliteiten! 
  • Houd rekening met leeftijdsgroepen
  • Zorg dus voor een zo breed mogelijke uitkomst

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interview?
  • Een interview kan op beeld (televisie) zijn, of geschreven. 
  • Het doel is: iets te weten komen van de geïnterviewde.
  • Het verschilt per nieuwssoort welke mensen interessant zijn om te interviewen.

Slide 6 - Tekstslide

In het landelijke nieuws komen bijvoorbeeld vaak interviews voor met belangrijke personen uit de politiek of de film- en muziekwereld.
In het regionale nieuws  zou je bijvoorbeeld een interview met de trainer van een grote voetbalploeg tegen kunnen komen en in het lokale nieuws  een interview  met de burgemeester.
Hyperlokaal kun je denken aan een interview met de directeur van jullie school.
Wat voor soort vragen ken je?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten vragen
Er zijn twee soorten vragen: gesloten en open vragen.
  1. Gesloten vragen kun je beantwoorden met een kort antwoord, zoals 'ja' of 'nee'.
  2. Open vragen geven vaak een langer antwoord en werken daarom goed om een gesprek op gang te brengen.

Slide 9 - Tekstslide

Een voorbeeld van een gesloten vraag is: “Vind jij katten leuke dieren?”
In de journalistiek kom je vaak open vragen tegen, zoals: “Waarom vindt u dat mensen op de SP moeten stemmen?”
Open maken
Je kunt van gesloten vragen ook open vragen maken, kijk maar:

Gesloten vraag: 
Gaat het goed met u?

Open vraag:
Hoe gaat het met u?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Vind je de nieuwe iPhone mooi?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak van de volgende vraag een open vraag:

Hebben jullie gezien wat er gebeurd is?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht (na afloop: presenteren)
Achtergrondonderzoek Ahmed Aboutaleb
  • Wie is hij
  • Hoe ziet zijn carrière eruit
  • Hoe is hij burgemeester geworden
  • Waarom is hij geliefd
  • Wat doet hij als burgemeester

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorvragen
  • Na een antwoord kun je even nadenken en doorvragen.
  • Dat betekent dat je met een nieuwe vraag ingaat op het antwoord van de geïnterviewde.
  • Je vraagt door wanneer je het gevoel hebt dat de geïnterviewde nog niet voldoende antwoord heeft gegeven.
  • We noemen dit ook wel de LSD-methode.

Slide 14 - Tekstslide

Bijvoorbeeld:

Interviewer: “Vindt u uw werk als leraar leuk?”
Leraar: “Ja.”
Interviewer: “Wat vindt u er zo leuk aan?”
Leraar: “Ik vind het heel leuk om met kinderen te werken.”
Interviewer: “Wat vindt u daar leuk aan?”
Leraar: “Kinderen hebben zo’n frisse kijk op de wereld, daar word ik vrolijk van. Wij volwassenen zitten soms nog zo vastgeroest in onze eigen denkbeelden. Door te werken met kinderen kom ik daar een beetje los van.”
Hoe bereid je een interview voor?
  • Maak voor jezelf een vragenlijst met de belangrijkste vragen.
  • Durf ook van je vragenlijstje af te wijken: luister goed naar de geïnterviewde en vraag door wanneer dat nodig is.
  • Schrijf in steekwoorden mee of neem het gesprek op met je mobiel.
  • Voor je weggaat: vraag na of je de naam van de geïnterviewde goed hebt gespeld.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereid het gesprek goed voor
  • Bedenk wat je wilt weten
  • Vraag door
  • Maak aantekeningen
  • Vat samen
  • Denk aan je non-verbale communicatie

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze week:

  • Maak tweetallen
  • Doe onderzoek de situatie: vertrekkende burgemeester Aboutaleb.
  • Wie is deze man? Wat doet hij? Welke betekenis voor de stad?
  • Bereid in hetzelfde tweetal vragen voor die je de Rotterdamse bevolking gaat stellen.
  • Denk na over de locatie. Verdeel je in overleg met de klas over Rotterdam. (niet allemaal op de Coolsingel ;-))

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdpad vandaag, week 1:
  • Vandaag in tweetallen verdiepen in de huidige situatie
  • Vragen bedenken
  • Locatie bespreken met de klas- met de docent

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verder?
  • Neem minimaal zes interviews af.
  • Maak foto's van de Rotterdammers, vraag toestemming!
  • Leg de uitkomsten vast.
  • Schrijf een artikel met de uitkomsten: kom tot een profielschets van de opvolger van Aboutaleb 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe verder, deel 2
  • Per klas hebben jullie uiteindelijk ongeveer vijftien groepjes, dus 80 geïnterviewden! 
  • Vat alle uitkomsten samen en kom per klas tot een profielschets van de nieuwe burgemeester.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week 2:
  • Op pad!
  • Daadwerkelijk interviewen op straat
  • In de straat-wijk die jullie is toegewezen
  • Leg de antwoorden vast
  • Maak foto's

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laatste week 3:
  • Werk de antwoorden samen uit.
  • Kom tot een opsomming van waarden waar een nieuwe burgemeester moet voldoen.
  • Bespreek met je eigen klas de uitkomsten
  • Wat is nu de profielschets van jouw klas?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veel succes!
Mede namens de burgemeester!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies