Groep 4 - taal actief - blok 8, les 16 znw en lw

Je kan zinnen bouwen met zelfstandige naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Je kan zinnen bouwen met zelfstandige naamwoorden, lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog?

Slide 3 - Tekstslide

Is het woord wat hieronder staat een zelfstandig naamwoord?
Fabriek
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Is het woord wat hieronder staat een zelfstandig naamwoord?
Koning
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Is het woord wat hieronder staat een zelfstandig naamwoord?
lopen
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Is het woord wat hieronder staat een zelfstandig naamwoord?
rozenstruik
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort erbij?

... vliegtuig
A
de
B
het

Slide 8 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort erbij?

... computer
A
de
B
het

Slide 9 - Quizvraag

Welk lidwoord hoort erbij?

... feest
A
de
B
het

Slide 10 - Quizvraag

Opdracht

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 2

Slide 12 - Tekstslide

Welke zin is juist?
A
Namen van mensen, dieren of dingen noem je zelfstandige naamwoorden.
B
Voor een werkwoord kun je de, het of een schrijven.

Slide 13 - Quizvraag