To be going to: gebruik je wanneer iemand iets in de toekomst wel/niet van plan is of een voorspelling MET bewijs.
It is going to rain, just look at the clouds.
Shall/Will: gebruik je om iets aan te bieden, bij beloftes, aankondigen, besluiten of voorspellingen ZONDER bewijs.
I will come to your party tomorrow, i promise.