Etre & avoir

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

BONJOUR et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Tekstslide

avoir
AVOIR = HEBBEN

Slide 2 - Tekstslide

avoir

Slide 3 - Tekstslide

1
2
3
4
zij heeft
ik heb
hij heeft
jij hebt

Slide 4 - Sleepvraag

1
2
3
4
zij hebben (v)
wij hebben
jullie hebben
zij hebben (m)

Slide 5 - Sleepvraag

J'AI = IK HEB
( je ai --> j'ai)

Slide 6 - Tekstslide

TU AS = JIJ HEBT

Slide 7 - Tekstslide

IL A = HIJ HEEFT

Slide 8 - Tekstslide

ELLE A = ZIJ HEEFT

Slide 9 - Tekstslide

ON A = WIJ HEBBEN

Slide 10 - Tekstslide

NOUS AVONS 
WIJ HEBBEN

Slide 11 - Tekstslide

VOUS AVEZ
JULLIE HEBBEN

Slide 12 - Tekstslide

VOUS AVEZ
U HEEFT

Slide 13 - Tekstslide

ELLES ONT
ZIJ HEBBEN 
(vrouwelijk meervoud)

Slide 14 - Tekstslide

ILS ONT
ZIJ HEBBEN 
(mannelijk meervoud)

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

ik
jij
hij
zij
wij ( spreektaal)
wij
jullie/u
zij(m)
zij (v)
- persoonlijk voornaamwoorden.
Je
Elles
Nous
il
Tu
Elle
Vous
ils
On

Slide 17 - Sleepvraag

Wat betekent "tu as"?
A
zij hebben
B
hij heeft
C
jij hebt
D
ik heb

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 19 - Quizvraag

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C. wij hebben ( spreektaal)
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 20 - Sleepvraag

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir' 
ai
as
a
avons
avez
ont

Slide 21 - Sleepvraag

j'ai
tu as
il/elle a
nous avons
vous avez
ils/elles ont
Combineer de juiste vorm van 'avoir' met het onderwerp
Grammaire 'Avoir' 
ik heb
jij hebt
hij/zij heeft
wij hebben
u heeft, jullie hebben
zij hebben

Slide 22 - Sleepvraag

En? Ken je de verschillende vormen van AVOIR al een beetje?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

Etre in het Frans!
Let op:
Het is
C'est

Slide 26 - Tekstslide

être
=
 zijn




il/elle/on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
tu es
je suis
wij zijn
zij zijn (ml&vr)
ik ben
u bent & jullie zijn
jij bent
hij/zij/men is (wij zijn)

Slide 27 - Sleepvraag

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp
être (zijn)
suis
es
est
sommes
êtes
sont

Slide 28 - Sleepvraag

être
Je suis
Tu es
Il est
Nous sommes
Vous êtes
Ils sont
C'est

jij bent
Jullie zijn
hij is
ik ben
zij zijn
wij zijn
het is, dat is

Slide 29 - Sleepvraag

wij zijn
A
nous avons
B
nous sommes
C
nous sont
D
nous ont

Slide 30 - Quizvraag

Elle ... une fille. (être)
A
es
B
est
C
sont
D
sommes

Slide 31 - Quizvraag

vous ...........

Slide 32 - Open vraag

Marc ........

Slide 33 - Open vraag

je .......

Slide 34 - Open vraag

on ......

Slide 35 - Open vraag

nous .......

Slide 36 - Open vraag

Marc et Lisa .....

Slide 37 - Open vraag

Vertaling?
être
avoir
hebben
zijn

Slide 38 - Sleepvraag

Slide 39 - Video