Les 3
1 / 19
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Hoe noem je deze breuk?
A
61
B
82
C
75
D
72
Slide 3 - Quizvraag
Welke breuk is ingekleurd?
A
1/5
B
4/5
C
1/6
D
5/6
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Schrijf deze breuk als een samengestelde breuk
713
A
174
B
274
C
176
D
271
Slide 6 - Quizvraag
De samengestelde breuk van
is...
is...
413
A
143
B
242
C
341
D
243
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Hoe moet je breuken vereenvoudigen?
A
Niks doen.
B
Teller en noemer delen door hetzelfde getal.
C
De getallen breken.
D
Keersommen maken.
Slide 9 - Quizvraag
breuken vereenvoudigen
6/8 = ...
6/8 = ...
A
1/4
B
3/4
C
1/2
D
2/2
Slide 10 - Quizvraag
vereenvoudig zover mogelijk
8/20 = ...
8/20 = ...
A
1/4
B
4/10
C
2/5
D
1/3
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Breuken optellen
31+31=
A
2/6
B
1/9
C
2/3
D
1/6
Slide 13 - Quizvraag
Reken uit
106−103=
A
03
B
103
C
101
D
1010
Slide 14 - Quizvraag
Reken uit
131+231=
A
165
B
332
C
362
D
611
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Maak de breuk gelijknamig
101+54
A
55+54
B
101+104
C
51+54
D
101+108
Slide 17 - Quizvraag
Maak de breuken gelijknamig
42+21
A
42+42
B
21+22
C
42+41
D
21+41
Slide 18 - Quizvraag
Maak de volgende breuken gelijknamig:
A
B
C
D
