Les 2

Rekenen

Startrekenen 2F

Deel A

Hoofdstuk 5 Breuken

Breuken vereenvoudigen, optellen, aftrekken

1 / 13

Slide 1: Tekstslide

RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Rekenen

Startrekenen 2F

Deel A

Hoofdstuk 5 Breuken

Breuken vereenvoudigen, optellen, aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

Hoe noem je deze breuk?

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 7 ​}

Slide 2 - Quizvraag

Welke breuk is dit?

1/5

5/1

1/6

6/1

Slide 3 - Quizvraag

Schrijf deze breuk als een samengestelde breuk

\frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 7 ​}

1 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 7 ​}

2 \frac{​ 4 ​ ​}{​ 7 ​}

1 \frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 4 ​}

2 \frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 4 - Quizvraag

De samengestelde breuk van
is...

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 4 ​}

1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

2 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 4 ​}

2

2 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 5 - Quizvraag

Breuken vereenvoudigen

Een breuk VEREENVOUDIGEN betekent dat je een breuk zo klein mogelijk op gaat schrijven.

Hoe kleiner de NOEMER, hoe minder (breuken) stukjes heb je....

Dit doe je door de TELLER en de NOEMER door hetzelfde getal te DELEN.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Sleep de juiste breuken naar elkaar.

Slide 8 - Sleepvraag

Vereenvoudig de breuk zo ver mogelijk

\frac{​ 1 4 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 9 - Quizvraag

Vereenvoudig de breuk zo ver mogelijk

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 1 2 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 4 ​}

Slide 10 - Quizvraag

Reken uit

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 6 ​} + \frac{​ 4 ​ ​}{​ 6 ​} =

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 11 - Quizvraag

Reken uit

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 1 0 ​} - \frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 0 ​} =

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 1 0 ​}

Slide 12 - Quizvraag

Reken uit

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

1 \frac{​ 5 ​ ​}{​ 6 ​}

1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 3 ​}

1 \frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 6 ​}

Slide 13 - Quizvraag

Les 2

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Quizvraag

Meer lessen zoals deze

Les 3

Les 4

Startrekenen VO 2F: Hoofdstuk 5 breuken les 4 (herhaling)

Startrekenen VO 2F: Hoofdstuk 5 breuken les 4 (herhaling)

Startrekenen VO 2F Hoofdstuk 5: breuken les 2

Startrekenen VO 2F Hoofdstuk 5: breuken les 2

Startrekenen VO 2F Hoofdstuk 5: breuken les 2

Hoofdstuk 5 les 3 en 4