Wonen Intro

PROJECT WONEN:  Deel 1
1 / 63
volgende
Slide 1: Tekstslide
GASVBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 63 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

PROJECT WONEN:  Deel 1

Slide 1 - Tekstslide

Begeleid zelfstandig wonen (CBAW)

Slide 2 - Tekstslide

wat weet jij nog over
Begeleid zelfstandig wonen (CBAW)?

Slide 3 - Woordweb

Begeleid zelfstandig wonen (CBAW)
Begeleid zelfstandig wonen is een woonvorm waarbij je enkele uren per week hulp krijgt bij je papierwerk (administratie), het runnen van een huishouden, enzovoort.

Je betaalt zelf je huur (met een loon, werkloosheidsuitkering,...) en regelt de verzekeringen (eventueel met hulp). 

Je begeleider bespreekt met jou hoe het loopt op school of op je werk.

Slide 4 - Tekstslide

Voor wie is deze woonvorm?
Soms wil/kan je niet wachten tot je 18 bent om alleen te gaan wonen. Bijvoorbeeld omdat het thuis echt niet meer gaat.
Lukt het écht niet om thuis te blijven? Zoek hulp bij:

  •  het JAC (Jongeren Advies Centrum)

  • het CLB (Centrum voor LeerlingenBegeleiding). Zij luisteren naar jou en zoeken samen met jou naar een oplossing. CBAW (ContextBegeleiding in functie van Autonoom Wonen) kan je niet zelf aanvragen. Het JAC of het CLB doet dat voor jou. 
  • Ook een jeugdrechter kan beslissen om CBAW op te starten.

Vanaf 17 jaar kom je in aanmerking voor CBAW en het duurt maximum tot je 21 jaar bent. Je ouders moeten akkoord gaan.

CBAW kan ook voor personen met een handicap, die graag extra ondersteuning willen. Ze moeten 18 jaar of ouder zijn en een erkenning hebben van het Vlaams Agentschap.

Slide 5 - Tekstslide

Wat kost het?
De kostprijs hangt af van het soort woning je zal bewonen.

Dit kan dus sterk variëren: van een kot, studio tot appartement.

Slide 6 - Tekstslide

Voordeel

Nadeel



Je staat er niet helemaal alleen voor,

je kan steeds op iemand rekenen om je te helpen. 

Je moet er rekening mee houden dat er regelmatig iemand langs komt, dus je moet dan ook thuis zijn.

Slide 7 - Tekstslide

Vanaf welke leeftijd mag ik zelfstandig begeleid gaan wonen?
A
15
B
16
C
17
D
18

Slide 8 - Quizvraag


Beschut wonen (IBW - initiatief voor beschut wonen)

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet jij nog over
Beschut wonen (IBW - initiatief voor beschut wonen)?

Slide 10 - Woordweb


Beschut wonen (IBW - initiatief voor beschut wonen)

Een initiatief voor beschut wonen (IBW)  begeleidt mensen met psychische problemen, die hulp nodig hebben bij zelfstandig wonen. 
Een IBW organiseert, op basis van hun noden, aangepaste activiteiten voor de bewoners.

Slide 11 - Tekstslide

Het gaat om hulp en begeleiding bij:

· zelfzorg;
· wonen;
· werken (of alternatieven voor werk);
· leren;
· psychische en somatische gezondheid;
· sociale contacten;
· omgaan met budget;
· administratie;
· het huishouden;
· mobiliteit.

Slide 12 - Tekstslide




gemeenschapswonen



individueel wonen
   
   Er zijn 2 vormen van beschut wonen

In één woning wonen 3 tot 10 personen. Er zijn zowel gemeenschappelijke als private vertrekken aanwezig.

Iemand woont alleen of met twee samen.

Slide 13 - Tekstslide

Voor wie is deze woonvorm?

Beschut wonen is bedoeld voor volwassenen (18+) met een ernstige, langdurige psychische problematiek en eventueel een bijkomende handicap.

Je moet je zelf kunnen verplaatsen, zowel binnen- als buitenshuis. Daarnaast moet je zelf zorgen dat je alles kan betalen (huur, vaste kosten zoals elektriciteit en gas, de inrichting, eten en drinken, …). Als je wil, kan je hierin begeleid worden.

Slide 14 - Tekstslide

Welke psychische problemen ken jij?

Slide 15 - Open vraag

Wat kost het?
De kostprijs van beschut wonen bedraagt tussen de 400 en 500 euro per maand, inclusief begeleiding.

Slide 16 - Tekstslide

Voordeel

Nadeel



  • Je woont apart, maar toch niet helemaal alleen. 
  • Meestal woon je met andere mensen samen.
  • Er is begeleiding (soms de hele dag, soms af en toe).
  • Je kan veel kosten delen met de anderebewoners.

  • Je moet rekening houden met andere mensen.
  • Sommige zaken moeten samen gedaan/afgesproken worden; poetsen, afwassen, eten,… 
  • Er zijn wachtlijsten. Vaak kan je dus niet meteen van start gaan met beschut wonen.

Slide 17 - Tekstslide


KOT 

Slide 18 - Tekstslide

wat weet jij nog over
een kot?

Slide 19 - Woordweb


KOT 
Dit is een kamer die je kan huren. Soms staan er al meubels (bed, kast, zeteltje, tafel, stoel, bureau,…) in, soms moet je daar zelf voor zorgen.

Je hebt meestal geen eigen badkamer en keuken. Deze moet je delen met andere studenten, die in hetzelfde gebouw wonen. Sommige koten hebben dat wel apart. Die zijn bij gevolg ook duurder.

Slide 20 - Tekstslide

Voor wie is deze woonvorm?


Een kot is tijdelijke woning voor studenten. Je moet nog onderwijs volgen om er te kunnen verblijven. Je mag een studentenjob hebben, maar geen vaste job.



Een kot is heel handig als je een woning zoekt voor een korte tijd en niet meer geld dan nodig wil besteden (aan een studio of een appartement bv.).

Slide 21 - Tekstslide

Wat kost het?

Vaak zijn koten duur voor wat je in de plaats krijgt. Het is meestal een erg kleine oppervlakte en is dan wel goedkoper dan een studio of appartement, maar toch nog steeds best duur.

Gemiddeld kost een kot 365 euro per maand.
De kosten hangen af van verschillende factoren:
·
 de stad waarin je kot ligt - de buurt -de staat van het gebouw- of je de keuken of badkamer deelt met anderen (meestal is dat zo).

· of je kot door de hogeschool of universiteit aangeboden wordt of niet

Je moet een contract ondertekenen van 10 maanden. Nadien kan dat contract, als je dat wenst, verlengd worden.

Slide 22 - Tekstslide

In de stad Antwerpen wonen veel studenten in een kot.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Voordeel

Nadeel



Je hebt niet veel meubels nodig.

Er wonen nog andere mensen in he gebouw, maar je hebt wel je eigen privacy.

Je hebt meestal geen eigen badkamer en keuken.

 Je betaalt vaak veel geld voor weinig ruimte.

Slide 24 - Tekstslide


Studio / eenkamerappartement

Slide 25 - Tekstslide

wat weet jij nog over
Een studio / eenkamerappartement?

Slide 26 - Woordweb


Studio / eenkamerappartement
Een studio is iets tussen een kot en een appartement. Er is meestal één grote kamer waarin je alle ruimtes in miniformaat terugvindt; een zithoek, een slaaphoek, een keukenhoek,… De badkamer is meestal apart. Je hebt er dus wel je eigen badkamer en keukentje. Dat is bij een kot meestal niet het geval.

Een studio wordt ook een éénkamerappartement genoemd.

Slide 27 - Tekstslide

Voor wie is deze woonvorm?


Een studio kan bewoond worden door (een koppel) student(en), die een ruimer budget hebben. 

Ook wordt een studio vaak bewoond door volwassenen die voor het eerst alleen gaan wonen of mensen die geen ruim budget hebben.

Slide 28 - Tekstslide

Hoe groot (m²) zou een studio ongeveer zijn? Doe een gok!

Slide 29 - Open vraag

Wat kost het?
Een studio is vaak moderner, maar ook duurder dan een kot. Je vindt ook studio’s die niet gemeubeld zijn en daardoor iets goedkoper zijn.

Je betaalt gemiddeld 500 euro per maand voor een studio. Je moet een huurcontract ondertekenen van 1 jaar of 3 jaar (kan automatisch verlengd worden tot 6 of 9 jaar).

Slide 30 - Tekstslide

Voordeel

Nadeel



Je hebt een eigen badkamertje en keukentje. 

Je kan een studio huren met of zonder meubels. (zonder is goedkoper)

Alle ruimtes zijn in miniformaat. 

Een studio is duurder dan een gemeubelde kamer.

Slide 31 - Tekstslide


Appartement / Loft

Slide 32 - Tekstslide

wat weet jij nog over
een appartement/loft ?

Slide 33 - Woordweb


Appartement / Loft


Een appartement is een woning van 1 verdieping (gelijkvloers of bepaalde etage). Je hebt er een aparte keuken, living, badkamer en slaapkamer(s). Appartementen bestaan in alle maten en prijzen. Er zijn apartementen met een terras, tuin, kelder en/of garage aan.

Sommige appartementen zijn opengemaakt om meer licht door te laten en ruimtegevoel te creëren. Zo’n appartement wordt een loft genoemd. Oude kantoorruimtes worden tegenwoordig ook vaak verbouwd tot lofts.

Slide 34 - Tekstslide

Voor wie is deze woonvorm?



Een appartement of loft is een goede woonvorm voor wie een ruimere woonst wil en wie voldoende loon heeft om dat te kunnen betalen.

Slide 35 - Tekstslide

Wat kost het?
Voor een appartement betaal je ongeveer tussen de 750 en 900 euro huur per maand.

Voor een loft kan je hetzelfde betalen als voor een appartement, maar als het een nieuwe loft is met een grote oppervlakte, kan de prijs snel oplopen tot 1500 euro per maand.

Je moet een huurcontract ondertekenen van 1 jaar of 3 jaar (kan automatisch verlengd worden tot 6 of 9 jaar).
Je moet bij de prijs rekening houden met:

· het aantal slaapkamers
· verdieping (gelijkvloers is vaak iets duurder)
· met of zonder terras of tuintje
· met of zonder garage
· de ligging
· de staat van het gebouw
· gemeenschappelijke kosten gebouw

(voor het onderhoud van de lift, het poetsen van de traphal en gang,… / verdeeld over alle bewoners)

Slide 36 - Tekstslide

Kan je ook een appartement kopen?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quizvraag

Voordeel

Nadeel



Je hebt veel privacy. Alle kamers zijn er apart en je moet niets delen met andere bewoners van het gebouw. Er is veel ruimte, je kan er als je wil samen met een/je vriend of vriendin wonen.

Een appartement (en zeker een loft) is vaak duur. Vergelijk prijzen en buurten. Er komen naast de huur bijna altijd gemeenschappelijke kosten per maand bij, die verdeeld worden onder de verschillende bewoners (onderhoud lift, poetsen traphal & gang,…)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide


Gemeenschapshuis / Cohousing

Slide 40 - Tekstslide

wat weet jij nog over
Cohousing/ gemeenschapshuis?

Slide 41 - Woordweb


Gemeenschapshuis/ cohousing

Een gemeenschapshuis is een huis dat je samen met anderen huurt. De huishuur wordt gedeeld door alle bewoners. Wonen in een gemeenschapshuis noemt men ‘samenhuizen’.

De slaapkamers worden verdeeld, zodat je elk je eigen kamer hebt. Alle andere ruimtes in het huis worden door iedereen gebruikt. Je moet dus de keuken, badkamer, zithoek, … delen met anderen.

Slide 42 - Tekstslide

Voor wie is deze woonvorm?

Dit is een geschikte woonvorm voor mensen die graag met anderen samenhuizen om sommige dingen samen te doen, andere taken te verdelen en om gezelschap van elkaar te hebben.

Zowel studenten als volwassen mensen maken gebruik van deze woonvorm. Het is financieel voordeliger dan een studio, appartement of loft en een vorm om zelfstandig maar toch ook samen te kunnen leven.

Slide 43 - Tekstslide

Je woont samen met je broers en/of zussen bij je ouders dus dit heet cohousing.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 44 - Quizvraag

Wat kost het?
Om in een gemeenschapshuis een kamer te huren en de gemeenschappelijke ruimtes te gebruiken betaal je ongeveer 300 à 450 euro per maand.

De kostprijs hangt af van verschillende factoren, net als bij een appartement of loft.

Slide 45 - Tekstslide

Voordeel

Nadeel


  • Je woont er samen met anderen, dus als je hulp nodig hebt met iets, kan je rekenen op anderen.
  • De kosten zoals huishuur en elektriciteit worden gedeeld door alle bewoners.

  • De kosten voor inrichting van de gemeenschappelijke ruimtes worden gedeeld/verdeeld.

  • Je hebt je eigen kamer, maar alle andere ruimtes worden door iedereen gebruikt.

  •  Je moet rekening houden met andere bewoners. bv. wie gebruikt de badkamer wanneer, naar welk tv-programma kijken we, wat eten we, …

Slide 46 - Tekstslide


Sociale woning

Slide 47 - Tekstslide

wat weet jij nog over
een sociale woning?

Slide 48 - Woordweb


Sociale woning

Een sociale woning is een woning die wordt aangeboden door sociale huisvestingsmaatschappijen van de overheid.

 De woning is dus niet in handen van privé-personen.

Slide 49 - Tekstslide

Voor wie is deze woonvorm?

Sociale woningen zijn er voor mensen die niet zoveel geld verdienen. Hoe minder geld je verdient, hoe minder huur je moet betalen voor de woning.

Ook grote gezinnen, personen met een handicap, bejaarden en jongeren kunnen een sociale woning huren. Je moet daarvoor 18 jaar of ouder zijn.

Voor een sociale woning moet je langsgaan bij een sociale huisvestingsmaatschappij. Je moet je hier inschrijven.

Helaas zijn er wachtlijsten voor sociale woningen. Je zal dus moeten wachten op een woning, want er zijn veel mensen die een sociale woning zoeken.

Slide 50 - Tekstslide

Wat kost het?
De huurprijs van een sociale woning is afhankelijk van je loon of uitkering.

De huurder betaalt iets meer dan een vijfde, ofwel 22%, van zijn maandinkomen voor zijn sociale huurwoning. Op de private huurmarkt is dat soms meer dan de helft.
Als het inkomen daalt, daalt de huurprijs mee. Hoe minder geld je hebt, hoe minder huur je dus moet betalen.

Slide 51 - Tekstslide

Ik verdien €2000 per maand. Hoeveel huur moet ik dan betalen?
A
€400
B
€500
C
€600
D
€700

Slide 52 - Quizvraag

Voordeel

Nadeel


  • De huishuur die je moet betalen is afhankelijk van je inkomen. Als je nietveel verdient, moet je dus minder betalen.

  • Het zijn meestal kleine gezellige huisjes, waar je ruimte en privacy hebt.

Je komt op een lange wachtlijst te staan (enkele maanden of jaren wachten).

Slide 53 - Tekstslide


Huis

Slide 54 - Tekstslide

wat weet jij nog over
een huis?

Slide 55 - Woordweb


Huis

Een huis is een woning met meerdere verdiepingen. Je hebt er ook alle ruimtes apart: een keuken, een badkamer, een living, een wc, slaapkamers,… Sommige ruimtes kunnen opengemaakt zijn om meer licht te verspreiden en ruimtegevoel te creëren (zie loft).

In een huis staan meestal nog geen meubels wanneer je er gaat wonen. Je moet dus zorgen dat je alle meubels hebt of er gaat kopen.

Slide 56 - Tekstslide

Voor wie is deze woonvorm?

Je kan er alleen gaan wonen, samen met je/een vriend(in) of met een gezin. Je loon moet voldoende hoog zijn, want een huis huren is een erg dure woonvorm.

Slide 57 - Tekstslide

Hoeveel € kost een huis met 2 slaapkamers, 1 badkamer, keuken, living en een tuin gemiddeld?

Slide 58 - Open vraag

Wat kost het?
Een huis kopen is heel duur. Het kost snel minstens 200 000 euro. Uiteraard kan je ook huizen vinden die 400 000 euro of 750 000 euro kosten.
Om een huis te kopen kan je best eerst sparen. 

Met dat spaargeld alleen zal je het huis niet kunnen kopen. 

Bijna iedereen die een huis koopt, vraagt een lening aan bij de bank. Die lening zorgt ervoor dat je het huis kan aanschaffen. Daarna betaal je maandelijks een deeltje van dat geleende bedrag terug aan de bank. 

Slide 59 - Tekstslide

Voordeel

Nadeel


  • Er is heel veel ruimte in een huis. Je kan
er samen met één of meerdere personen wonen.

  • Je kan alle ruimtes inrichten zoals je zelf wil.

  • Naast veel binnenruimte hebben huizensoms ook een tuin, een garage en/of een voortuin.


  • Een huis huren of kopen kost heel veel geld. Je huis inrichten kost ook veel geld.

Slide 60 - Tekstslide

Oefening - ganzenbord

Ga per 2 achter één computer zitten. 
Draai  aan het rad en leg uit wat jouw woonvorm inhoudt. 
De andere leerling beoordeeld je antwoord. Als de leerling die moet beoordelen  niet zeker is van het gegeven antwoord, dan mag hij/zij dit opzoeken in de cursus.

Beantwoord je een blauwe, gele of rode vraag juist? Dan mag jij het bolletje van die kleur op je vakje zetten.

Let op! Als je al een blauw bolletje hebt, en je beantwoord een blauwe vraag juist, dan mag je niet nog eenbolletje in je vakje zetten. Enkel op de juiste kleur een vraag juist beantwoorden levert een bolletje op!

Wie het eerst zijn vakje vol heeft is gewonnen.

Slide 61 - Tekstslide

Extra info bij het spel
Heb je fout geantwoord? 

Dan klik je op nog een keer draaien. De beurt is nu aan de volgende speler maar de woonvorm blijft wel in het spel.

Heb je juist geantwoord? 

Dan klik je op nog een keer draaien zonder (woonvorm- in dit geval 'kot'.). 

De beurt is nu aan de volgende speler en de woonvorm zit niet meer in het spel.

Slide 62 - Tekstslide

Slide 63 - Tekstslide