Medicatie

Medicatie
theorie 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Medicatie
theorie 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je deze les leren?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je maakt optimaal gebruik van het controle systeem binnen de verstrekking van medicatie

  • Je weet alle veiligheidsvoorschriften, protocollen, bevoegdheden, wettelijke kader te benoemen binnen het verstrekken van medicatie

  • Je weet de juiste hulpmiddelen en materialen in te zetten bij het vertrekken van medicatie

  • Tijdens de uitvoering ben je in contact met de cliënt, weet je zijn/haar gezondheidstoestand te monitoren en ben je in staat deze te rapporteren

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Introductie medicatie
  • Verantwoordelijke taak
  • 40.000 ziekenhuisopnames
  • 1250 mensen per jaar overlijden als gevolg van verkeerd medicatiegebruik

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie zijn betrokken bij het toedienen van medicatie?

Slide 5 - Woordweb

Arts: is verantwoordelijk voor het voorschrijven van de medicatie en voor de controle op het effect
Apotheker: is verantwoordelijk voor de medicijnvoorlichting (bijsluiters), de bereiding, de opslag, de verstrekking en de kwaliteitscontrole
Verpleegkundigen/verzorgenden/begeleiders: zijn verantwoordelijk voor de administratie, het beheer, de bereiding voor gebruik, de toediening en de controle op de toediening. Daarnaast hebben zij een signaleringsfunctie met betrekking tot de effecten van het medicijn.
Verantwoordelijkheden
Arts: is verantwoordelijk voor het voorschrijven van de medicatie en voor de controle op het effect
Apotheker: is verantwoordelijk voor de medicijnvoorlichting (bijsluiters), de bereiding, de opslag, de verstrekking en de kwaliteitscontrole
Verpleegkundigen/verzorgenden/ begeleiders: zijn verantwoordelijk voor de administratie, het beheer, de bereiding voor gebruik, de toediening en de controle op de toediening. Daarnaast hebben zij een signaleringsfunctie met betrekking tot de effecten van het medicijn.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan er mis gaan bij het toedienen van medicatie?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet het lichaam met een medicijn?
4 fases:

  • Absorptie = opnemen van medicatie in het lichaam
  • Distributie = verdeling over het lichaam
  • Metabolisme = omzetten van medicatie in de lever
  • Eliminatie = uitscheiden medicatie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eliminatie






                         = klaring

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dosering en therapietrouw





-Als we een middel vaker gebruiken kan de concentratie in het bloed  een evenwicht krijgen.
-Er wordt dan evenveel ingenomen als uitgescheiden. 
-De concentratie in het bloed is dan heel stabiel = STEADY STATE . Het medicijn werkt dan het best  > Dat is het belang van therapietrouw.
-Wordt een medicijn vergeten of niet ingenomen dan daalt de concentratie onder het niveau  > Het duurt dan weer dagen voordat er weer een werkzame concentratie is.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis toetsen
Quiz: maak groepen
Gebruik flapover en pp 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toedieningswijzen
  • Oraal; via de mond, maagdarmkanaal
  • Sublinguaal ; onder de tong
  • Het toedienen van medicijnen in neus, oor en oog
  • Medicijnen toedienen per injectie: subcutaan en intramusculair
  • Rectaal ,via een zetpil, of via een medicinaal klysma.
  • Vaginaal; in de schede
  • Transdermale toediening, via de huid
  • Inhalatiemiddelen en –technieken, via luchtwegen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van oraal / per os
Tablet
Een tablet is een samengeperst poeder. De meeste tabletten behoren in de maag uiteen te vallen, of men laat ze al van tevoren in water uiteenvallen om het maagslijmvlies te beschermen.
Dragee
Dragees zijn met verschillende laagjes omklede tabletten. De laagjes dienen om:
 verschillende kleuren aan te geven;
 een onaangename smaak weg te werken;
 de werking van bestanddelen te behouden;
 vertraagde afgifte te bewerkstelligen.
Dragees dienen altijd in hun geheel te worden doorgeslikt.

Emulsie: een verdeling van kleine oliedruppeltjes in water. Om te voorkomen dat de olie en het water scheiden is er aan de emulsie een emulgator toegevoegd. Voor gebruik moet ook geschud worden.






Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vervolg vormen oraal

Capsule
Voor capsules geldt nagenoeg hetzelfde als voor dragees, met dien verstande dat veel capsules wel geopend mogen worden om te mengen met water om via een sonde toe te dienen (altijd alleen volgens afspraak met apotheker/arts).
  Poeder
De grondstof of een combinatie van grondstoffen in de vorm van een poeder.
Bij de bereiding van een poeder worden een aantal geneesmiddelen gemengd en verdeeld over een aantal papiertjes ,gevouwen. Het nadeel van poeders is dat zij in zich over een groot oppervlak in de mond verdelen en ze raken daarbij veel smaakpapillen. De oplossing hiervoor is om het poeder met wat siroop toe te dienen.
Drank
Er zijn drie soorten van vloeistoffen: Oplossing: het geneesmiddel is opgelost in een geschikt oplosmiddel, meestal water. Het geneesmiddel is over de hete vloeistof even goed verdeeld, elke lepel zal evenveel geneesmiddel bevatten.
Suspensie: het geneesmiddel kan niet opgelost worden, het wordt er fijn vermalen in verdeeld. Het poeder zal naar de bodem zakken. Door er een verdikkingsmiddel aan toe te voegen zal dit minder snel gebeuren. Voor gebruik moet geschud worden.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sublinguaal

Sublinguale toediening wordt vooral toegepast indien zeer snelle werking vereist is. Absorptie gaat soms zeer snel via tongslijmvlies. Effecten zijn merkbaar binnen 2 minuten.
Druppels , smelttabletten , spray kan er voor gebruikt worden volgens voorschrift

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rectaal 
  • Rectaal, afgeleid van rectum (endeldarm),
  • Wijst op het toedienen via de anus
  • Het geneesmiddel zit verwerkt in een vettige massa.
  • De vettige massa smelt na toediening in de darm.
  • Het geneesmiddel wordt dan via de wand van de dikke  darm snel opgenomen in het bloed.
  • Zetpillen kunnen ook gebruikt worden voor een plaatselijke werking b.v. bij behandeling van aambeien


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Transdermaal, via de huid
Het is nog niet zolang gelden dat de medicijnpleister geïntroduceerd werd.(nicotinepleister, pleisters met pijnstillende medicatie en pleisters tegen wagenziekte)
De pleisters geven met tussenposen een hoeveelheid medicatie af.
De werkzame stoffen kunnen op deze manier langzaam en geleidelijk opgenomen worden in het lichaam.
Pleisters moeten regelmatig vervangen worden. Het is belangrijk om de pleisters niet telkens op dezelfde plaats aan te brengen omdat er dan huidirritaties kunnen optreden.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhalatiemiddelen en –technieken, via luchtwegen
Inhalatie is een veel gebruikte toedieningsvorm bij aandoeningen van de luchtwegen.
Het geneesmiddel wordt toegediend met behulp van een inhalator of via een spray.
Bij een inhalator zit het medicijn in poedervorm in een capsule. Bij toediening wordt de capsule in de inhalator geopend. De poeder komt vrij en kan ingeademd worden door de cliënt.
Een spray is een toedieningsvorm waarbij het medicijn als nevel in de luchtwegen ingebracht wordt. De nevel komt uit een spuitbusje en wordt ingeademd door de cliënt.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke groepen kan medicatie worden gerangschikt?

Slide 22 - Woordweb

Analgetica=pijnstillers
antibiotica
Anticoagulantia = antitrombose middelen
anti-epileptica
biologicals
Corticosteroïden
Cytostatica
Diuretica
Hormomen
Laxantia
Maagmiddelen
vitaminen
Psychofarmaca

Met welke wetten heb je te maken bij toedienen van medicatie?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verantwoordelijkheden instelling
Autorisatieregeling?
Protocollen/procedurebeschrijving Medicijnuitzetten/toediening
Visie op (bijna)fouten m.b.t. medicijnverstrekking
( MIC/betrokkenheid medewerkers)
MIC-commissie

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke informatie geef je aan de cliënt?

Slide 25 - Woordweb

doel
wijze van inname/ toediening
dosering
frequentie
hoeveelheid
tijden
bijwerkingen
Informatie verzamelen

-Schriftelijke opdracht van een zelfstandig bevoegde-Bijzonderheden over de cliënt in verband met de medicatietoediening; reacties, allergieën-Informatie over het toe te dienen medicijn; werking, dosering, bereiding, toedieningswijze, contra-indicaties, bijwerkingen, complicaties en eventuele interacties > Waar ? 
  • Geneesmiddelen-repertorium
  •  internet: www.apotheek.nl 
  • protocollen, 
  • bijsluiters, 
  • FK ( gratis), app voor medicijnen
-Eerste hulp bij complicaties en bijwerkingen; observatie, registratie, rapportage, eerste hulp
-Zelfzorg van de cliënt

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies