Duitsland tijdens het Interbellum 1919 - 1929

Duitsland tijdens het Interbellum 








De Weimarrepubliek: 1919 - 1933
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Duitsland tijdens het Interbellum 








De Weimarrepubliek: 1919 - 1933

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag: Het Interbellum
West-Europa:

  • Opkomst totalitaire staten: Italië
  • Republiek van Weimar

Slide 2 - Tekstslide

Het interbellum
  • Tijd tussen (inter) de wereldoorlogen (bellum)

  • Kenmerken:
  1. Opkomst totalitaire staten
  2. 1929: Wereldwijde economische crisis

Slide 3 - Tekstslide

Totalitaire staat
  • Interbellum: Opkomst van totalitaire staten

  • In een totalitaire staat heeft de overheid alle macht over het leven van de burgers

  • De drie belangrijkste:
  1. Sovjet-Unie (extreem-links)
  2. Italië (extreem-rechts)
  3. Duitsland (extreem-rechts)


Slide 4 - Tekstslide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
  • Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919)

  • 1923: Regering kan de herstelbetalingen niet opbrengen,  het Rijnland wordt door Frankrijk (en België) bezet... 

  • Grote stakingen in Rijnland Regering steunt arbeiders.
    Gevolg: Hyperinflatie

Slide 5 - Tekstslide

Het Dawesplan

Doel: 
Duitsland kan herstelbetalingen blijven doen aan Geallieerden

Waarom: 
1. Anders konden de Geallieerden leningen van de VS niet meer terugbetalen
2. De chaos in Europa moest voorkomen worden (bang voor socialisme)
 

Slide 6 - Tekstslide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 

  • Eind 1923: Het Dawesplan
  • 1924 - 1929: Periode van (redelijke) economische voorspoed in de Weimarrepubliek (Duitsland).

  • Maar dan...
    1929: De economische crisis slaat in als een bom...

Slide 7 - Tekstslide


1929: De Grote Depressie 

Slide 8 - Tekstslide

Banken failliet
  • Banken hadden veel geld uitgeleend aan bedrijven en mensen.

  • Door de crisis kregen ze veel van dat geleende geld niet terug.

  • Daardoor gingen ook veel banken failliet.

  • Mensen met aandelen verloren het vertrouwen en gingen hun aandelen snel verkopen!

Slide 9 - Tekstslide

Armoede door crisis
1932:   
  • Het inkomen van de Amerikanen
     50% lager dan in 1929.
  • Waarde aandelen gedaald met
     88%!
  • 15.000.000 Amerikanen werkloos

In Europa: Vooral Engeland en Duitsland getroffen door de crisis.

Slide 10 - Tekstslide

Ondertussen in Italië...

Mensen waren na WO I ontevreden want:
  1. Beloofde gebieden niet gekregen
  2. Economische crisis

Slide 11 - Tekstslide

Fascisme
  • Eén sterke leider: Mussolini

  • Extreem nationalisme 

  • Geweld is goed, zeker om mensen te laten gehoorzamen.

  • Overheid controleert alles: Totalitaire staat

Slide 12 - Tekstslide

Vragen? 

Slide 13 - Tekstslide

Wat was het Verdrag van Versailles?
A
Een verdrag dat gesloten werd in 1919
B
Een nieuwe grondwet in Frankrijk
C
Een wapenstilstand tussen Duitsland en Engeland
D
Een verdrag dat werd gesloten na de Tweede Wereldoorlog

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heette Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
A
Duitse Keizerrijk
B
Republiek van Berlijn
C
Koninkrijk Duitsland
D
Republiek van Weimar

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer begon de Grote Depressie?
A
1929
B
1925
C
1933
D
1919

Slide 16 - Quizvraag

Welk kenmerk/idee hoort niet bij Mussolini?
A
Geweld is goed
B
Democratie is slecht
C
Joden zijn slecht
D
Nationalisme is belangrijk

Slide 17 - Quizvraag