Faalangst

\
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
StudielessenMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

\

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Uitleg over faalangst 
- Soorten faalangst
- Opdrachten
 Wat is faalangst eigenlijk?

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Faalangst, wat is het?

Slide 4 - Woordweb

De verschillende soorten:

  • Cognitieve faalangst
  • Sociale faalangst
  • Motorische faalangst

Slide 5 - Tekstslide

Cognitieve faalangst
  • Faalangst die te maken heeft met leren.
  • Vrees dat het niet lukt.
  • In huiselijke sfeer gaat het prima.
  • Op school treedt er een blokkade op.

Slide 6 - Tekstslide

Sociale faalangst
  • Angst voor andere mensen en om contact te maken.
  • Minderwaardigheidscomplex, laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen.
  • Nee zeggen is moeilijk, dus dan maar ja zeggen.

Slide 7 - Tekstslide

Motorische faalangst
  • Bang dat prestaties met behulp van hun lichaam, motoriek gaat mislukken.
  • Fysiek wel in staat maar de angst blokkeert het proces.

Bijvoorbeeld bij lichamelijke opvoeding, tekenen of techniek.

Slide 8 - Tekstslide

Welke soort faalangst hoort er niet bij?
A
Cognitieve faalangst
B
Sociale faalangst
C
Affectieve faalangst
D
Motorische faalangst

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van sociale faalangst?
A
Angst om contact te maken
B
Vaak nee zeggen.
C
Kan zich moeilijk focussen
D
Gaan taken uit de weg

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zou faalangst op prestatieniveau kunnen worden aangepakt door jou?
A
Door te hoge verwachtingen te hebben.
B
Door ongewenst gedrag hard te straffen.
C
Door de beste leerlingen vaker de beurt te geven.
D
Fouten maken mag. Het is onderdeel van het leerproces.

Slide 11 - Quizvraag

Wat kun je doen tegen faalangst?
A
Voorbereiden, ontspannen en succesdagboek bijhouden.
B
Voorbereiden, ontspannen en uitstellen.
C
Voorbereiden, alles op het laatste moment doen en ontspannen.
D
Ontspannen, succesdagboek bijhouden en uitstellen.

Slide 12 - Quizvraag

Helpende en niet helpende gedachten
Faalangstgevoelens en faalangstgedrag worden veroorzaakt door jouw gedachten. Jouw gedachten voeden de faalangst. De kunst is om van deze niet-helpende gedachten -> helpende gedachten te maken. 

Slide 13 - Tekstslide

Oefening maak tweetallen en schrijf 3 helpende en 3 niet helpende gedachten op een kaartje.

Voorbeeld helpend : Ik heb er voor geleerd en ik doe mijn best
Voorbeeld niet helpend: Het gaat morgen bij de toets toch weer mis

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Bedankt voor jullie aandacht

Slide 16 - Tekstslide