Zet een * in de kantlijn en een * bovenaan je toets met potlood.
Slide 2 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag?
Kustvormen
Slide 3 - Tekstslide
H2.4: KUSTVORMEN
Slide 4 - Tekstslide
CHECK HUISWERK
2 + 6
Slide 5 - Tekstslide
Aanslibbingskust
Kust waarbij de afzettingvan materiaal overheerst.
Nederland
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Afbraakkust
Kust waarbij het wegslaan van gesteente overheerst.
Slide 8 - Tekstslide
Je kunt in 3 stappen uitleggen hoe een boog ontstaat bij een klifkust.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe werkt een afbraakkust?
2-3-5-1-6-4
2. Golven beuken op de lagere lagen van de klif.
3. Door erosie ontstaat er een gat in de klif.
5. Zoutkristallen blijven achter in de gaten in de klif.
1. Zoutkristallen kleven aan elkaar. Hierdoor ontstaan er gaten en scheuren.
6. Gaten in de klif worden te groot; bovenste delen worden te zwaar.
4. Een deel van de klif breekt af.
Slide 10 - Tekstslide
Doelen van vandaag
Je kunt uitleggen hoe bij een aanslibbingskust uiteindelijk duinen ontstaan (B91).
Je kunt de 4 sferenbenoemen en uitleggen wat ze betekenen.
Het landschap is een gevolg van de invloed van de vier sferen. Je kunt van alle vier sferen een voorbeeld geven en hoe ze het landschap beïnvloeden/vormen (zie ook B93, 94)
Slide 11 - Tekstslide
Je kunt uitleggen hoe bij een aanslibbingskust uiteindelijk duinen ontstaan ( B91).
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Hoe zou de mens kunnen
helpen?
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
OPEN B93: Systeem aarde
Alle componenten op aarde zijn in verbinding met elkaar.
Lithosfeer: De korst van de aarde
Atmosfeer: De lucht om ons heen
Hydrosfeer: Het water op aarde
Biosfeer: Het leven op aarde
Voorbeelden?
Slide 17 - Tekstslide
Het landschap is een gevolg van de invloed van de vier sferen. Je kunt van alle vier sferen een voorbeeldgeven en hoe ze het landschap beïnvloeden/vormen (zie ook B93, 94).
Slide 18 - Tekstslide
Bekijk opdracht 3 in je werkboek.
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag!
Lees de tekst op pagina 30/31 in je tekstboek.
Maak opdrachten 3, 4, 5 en 8van par 4 in je werkboek.