Learnbeat BS. B Bones and Cartilage SRN

Learnbeat unit:
Movement

B. Bones and cartilage
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Learnbeat unit:
Movement

B. Bones and cartilage

Slide 1 - Tekstslide

Skeleton

Slide 2 - Tekstslide

Skeleton
Consist of 3 parts: head, torso, limbs

Has two different types of tissue: 
- Bone tissue (botweefsel) 
- Cartilage tissue (kraakbeenweefsel)

Slide 3 - Tekstslide

Movement
§2 Bones & Cartilage

Slide 4 - Tekstslide

Bones
Give strength, let us move and stand upright

Contain calcium phosphate and a bit of collagen

Slide 5 - Tekstslide

Cartilage
Firm, but very flexible.

Contains a lot of collagen

Protects bones from damage and makes sure movement is possible.

Slide 6 - Tekstslide

Bones and cartilage 
Lesson 2

Slide 7 - Tekstslide

Planning
1. Demonstration 
2. Make 'Practical activity 2 (C + D)
3. Recap Bones and Cartilage (quiz)
4. Work on 'B Bones and Cartilage' 1, 2 and 3. 
Done? Check your answers 
Done? Make assignments 1,2,3, 5 and 8 of BS4.2 in malmberg

Slide 8 - Tekstslide

What makes bone flexible?
A
collagen
B
calcium
C
cartilage

Slide 9 - Quizvraag

What substance makes bone strong?
A
collagen
B
calcium phosphate
C
cartilage

Slide 10 - Quizvraag

Which substance is mostly present in bone tissue
A
Calcium phosphate
B
Collagen

Slide 11 - Quizvraag

Which substance is mostly present in cartilage tissue
A
Calcium phosphate
B
Collagen

Slide 12 - Quizvraag

Bone tissue
Cartilage tissue
What makes cartilage tissue more flexible compared to bone tissue? Use the word extracellular material

Slide 13 - Tekstslide

Cartilage tissue (kraakbeenweefsel):
- cellen in groepjes bij elkaar
- elastische tussencelstof
- vooral collageen

Bone tissue (botweefsel):
- cellen in kringen om bloedvaatjes
- harde tussencelstof
- vooral kalkzouten en collageen

Slide 14 - Tekstslide

A change in bone tissue
When younger --> more collagen, less calcium phosphate in bones
When older --> more calcium phosphate, less collagen in bones
Welke grafiek is dan juist?

Slide 15 - Tekstslide

comparing skeletons
The skeleton can tell us something about 
-where an animal lives
- what it eats
- what it looked like in the past

Slide 16 - Tekstslide

Protection
Sommige delen van het lichaam bieden bescherming. 
Welke delen denk jij?
Schedel: klopt! 
De schedel beschermt de hersenen 
tegen botsingen, als een helm. 
Nekwervels: klopt!
Ze beschermen de zenuwen van en naar de hersenen.
Borstkas: klopt!
Dit beschermt de zachte en weke ingewanden zoals het hart, de darmen en de longen. Anders zou alles uit je lichaam zakken! Jakkes! 
Botten: nee
Dit geeft stevigheid aan het lichaam. de speieren zitten aan de botten vast, en zo kunnen de botten bewegen. 
(Hoef)nagels: klopt!
De nagels beschermen de poten tegen beschadiging en verwonding. 
Bij sommige dieren zijn de nagels zelfs een wapen! 

Slide 17 - Tekstslide

Get to work

Slide 18 - Tekstslide