Duits 8-paragraaf D - Lesen- BK

Duits 8-paragraaf D -Lesen - BK
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Duits 8-paragraaf D -Lesen - BK

Slide 1 - Tekstslide

Herzlich Willkommen! 2E

Slide 2 - Tekstslide

Herzlich Willkommen! 2F

Slide 3 - Tekstslide

Duits 8-paragraaf D- Lesen
Vandaag in de les: het leerdoel (das Lernziel)
- je begrijpt een tekst met wetenswaardigheden over het lichaam.
- werkwoord vervoeging hebben (haben) en zijn (sein)
- je kent de betekenis vorige lessen A-B-C woordjes
- quiz lessonUp
- ga verder met slim stampen - lernliste D

Slide 4 - Tekstslide

huiswerk; schrijf in je agenda
huiswerk voorzover in les niet af (H8-C 12,13,14 was vorige les)

- de opdrachten Hoofdstuk 8 - D. 15, 16, 17 en 18 maken - in je             online werkboek
- slim stampen (hoofdstuk 8 - D)




Slide 5 - Tekstslide


1. Mythen 
2. die Mücken
3. stimmt (nicht)
4. gähnen
5. Körper
6. wachsen
7. Erwachsene
8. also
9. die Frisur
10 krank
1.

Slide 6 - Tekstslide

1. Mythen
2. die Mücken
3. stimmt (nicht)
4. gähnen ist ansteckend
5. Körper
6. wachsen
7. Erwachsene
8. also
9. die Frisur
10 krank
1. verhalen die de ronde doen
2. de muggen
3. klopt (niet)
4. geeuwen is aanstekelijk
5. lichaam
6. groeien
7. volwassenen
8. dus
9. het kapsel
10 ziek

Slide 7 - Tekstslide


1. mein Stil
2. deshalb
3. Klamotten
4. gehört zum
5. als
6. nie
7. krank
8 hoe gaat het met jou?

1. mijn stijl
2. daarom
3. kleren
4. hoort bij
5. dan
6. nooit
7. ziek
8. Wie geht es dir?

Slide 8 - Tekstslide

werkwoord vervoegen - hebben (haben)

Slide 9 - Tekstslide

werkwoord vervoegen - zijn (sein)

Slide 10 - Tekstslide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Ich _______ 14 Jahre alt.
A
bin
B
bist
C
ist
D
sind

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Ich _______ Glück.
A
hast
B
habe
C
hat
D
haben

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Du _______ ein Buch.
A
habe
B
hast
C
hat
D
haben

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Ihr _______ ein Buch.
A
habe
B
hast
C
haben
D
habt

Slide 14 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in:
Ihr _______ in der Schule.
A
sind
B
seit
C
bist
D
seid

Slide 15 - Quizvraag

Schrijf het werkwoord haben enkelv.:
ich...., du ...., er/sie .....

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het werkwoord haben meerv.:
wir..., ihr..., sie..,

Slide 17 - Open vraag

Schrijf het werkwoord sein enkelv.:
ich...., du ...., er/sie .....

Slide 18 - Open vraag

Schrijf het werkwoord sein meerv:
wir.., ihr.., sie..,

Slide 19 - Open vraag

wat betekent 'das stimmt'
A
dat klopt
B
dat stemt

Slide 20 - Quizvraag

wat betekent 'der Stil'
A
de steel
B
de stijl

Slide 21 - Quizvraag

Schrijf de kleur (groen ) op in het Duits

Slide 22 - Open vraag

wat betekent 'krank'
A
ziek
B
krak

Slide 23 - Quizvraag

wat betekent duitse woord 'lustig'
A
vrolijk
B
hongerig

Slide 24 - Quizvraag

wat betekent 'der Körper'
A
het kopje
B
het lichaam

Slide 25 - Quizvraag

wat betekent 'wachsen'
A
groeien
B
waarschuwen

Slide 26 - Quizvraag

wat betekent 'die Erwachsene'
A
de volwassenen
B
de gewaarschuwden

Slide 27 - Quizvraag

wat betekent 'also'
A
als
B
dus

Slide 28 - Quizvraag

wat betekent 'nett'?
A
mooi
B
aardig
C
netjes

Slide 29 - Quizvraag

de laars
A
der Larse
B
der Stiefel

Slide 30 - Quizvraag

de trui
A
der Pullover
B
die Kapuze

Slide 31 - Quizvraag

vertaal 'gekleurd' in het duits
A
bunt
B
gefarbt

Slide 32 - Quizvraag

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.
gelb
blau
schwarz
grau
rot
grün
violett
orange
rosa
braun

Slide 33 - Sleepvraag

Vertaal: Hoe gaat het met jou?
let op vraagteken

Slide 34 - Open vraag

wat betekent 'die Klamotten'
A
rompertjes
B
kleding
C
motten
D
zeurderige mensen

Slide 35 - Quizvraag

huiswerk voorzover in les niet af
huiswerk voorzover in les niet af;
- de opdrachten Hoofdstuk 8 - D. 15, 16, 17 en 18 maken - in je online werkboek
- slim stampen (hoofdstuk 8 - A,B,C & D)

Dank jullie wel voor jullie aandacht

Slide 36 - Tekstslide

Der wahre Osterhase 
 Unternehmen benutzen Ostern oft für neue Werbungen. Ein Bespiel ist Netto, ein deutscher Supermarkt. 2017 hat er als Werbung einen kurzen Animationsfilm publiziert: ,Der wahre Osterhase‘. 

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Afronden 8-paragraaf D-lesen
Afrondend in deze les: - leerdoel  
- een tekst met wetenswaardigheden over het lichaam begrijpen.
- werkwoord vervoeging hebben (haben) en zijn (sein)
- vorige lessen A-B-C woordjes zijn herhaald
- quiz lessonUp = gedaan
- huiswerk van deze les is hopelijk af
- jullie hebben goed gewerkt.

Slide 39 - Tekstslide