Duits 8-paragraaf H-lesen - KGT

• Duits
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Duits 8-paragraaf H- lesen

Herzlich Willkommen! 2C

Herzlich Willkommen! 2D

Lernziele 8-paragraaf H -Lesen

Vandaag in de les: leerdoel 

- dat je een eenvoudige tekst over uiterlijk/kleding kunt begrijpen

- vervoegen werkwoorden zijn (sein) en hebben (haben)

- vorige lessen A-F woordjes herhalen

- quiz lessonUp

- ga verder met slim stampen

huiswerk; schrijf in je agenda

huiswerk voorzover in les niet af     (F- 38 -39 /G40 tm-43)

- de opdrachten van hoofdstuk 8   -H -Lesen 44 & 45 maken online

- slim stampen

- oefentoets maken online

werkwoord vervoegen - hebben (haben)

werkwoord vervoegen - zijn (sein)

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Ich _______ 14 Jahre alt.

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Mein Vater _______ 43 Jahre alt.

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

Vul de juiste vorm van het werkwoord in:
Die Freunde _______ in derselbe Klasse.

1. bin
2. bist
3. ist
4. sind

die Konditorei

Metzger/Fleischerei

das Kaufhaus

die Drogerie

die Bäckerei

das Gemüse geschäft

der Supermarkt

das Kleidungs geschäft

die Eisdiele

de drogist

de supermarkt

de banketbakker

de ijssalon

de kledingwinkel

de slager

het warenhuis

de bakkerij

de groentewinkel

Vul de juiste vorm in:
Du _______ keine Ahnung.

1. habe
2. hast
3. hat
4. haben

Vul de juiste vorm in:
_______ ihr das gesehen?

1. habe
2. hast
3. hat
4. habt

Vul de juiste vorm in:
Ich _______ in Köln.

1. wohnt
2. wohnst
3. wohnen
4. wohne

Vul de juiste vorm in:
Warum _________ du nicht mit?

1. schreibst
2. schreibe
3. schreiben
4. schreibt

Vertaal: Hoe gaat het met jou?

Vervoeg haben -(ik, jij , hij, wij, jullie, zij)
ich, du, er, wir, ihr, sie

Hoe noem je een mobieltje in het Duits?

1. Das Telefon
2. Das Ding
3. Die Mobil
4. Das Handy

Vervoeg sein-(ik, jij , hij, wij, jullie, zij)
ich, du, er, wir, ihr, sie

Sleep de Duitse woorden naar de juiste kleuren.

gelb

blau

schwarz

grau

rot

grün

weiß

orange

pink

braun

vertaal 'hoe gaat het met je'?

1. wie geht es mit dir?
2. wie geht es mit dich?
3. wie geht es dich?
4. wie geht es dir?

was bedeutet 'insgesamt' ?

1. in het ambt
2. in totaal
3. ingezameld
4. mooi

vertaal 'het verschil'

1. der Verschille
2. der Unterscheid
3. der Verscheile
4. der Unterschied

vertaal 'betekenen'

1. bedeuten
2. bedöten
3. bezeichnen
4. bezichnen

vertaal 'tijdens'

1. weerend
2. weehrend
3. während
4. wärent

was bedeutet 'weil'?

1. voordat
2. zodat
3. omdat
4. want

Vertaal: Ik ben geweest.

Vertaal: ik heb gehad.

wat betekent 'die Klamotten'

1. rompertjes
2. motten
3. kleding
4. zeurderige mensen

huiswerk voorzover in les niet af

huiswerk voorzover in les niet af     

- de opdrachten van hoofdstuk 8 -H -Lesen 44 & 45 maken online

- slim stampen

- oefentoets maken online

Dank jullie wel voor jullie aandacht

Afronden 8-paragraaf H - Lesen

Afrondend in deze les:

- leerdoel om een  eenvoudige tekst over uiterlijk te begrijpen

- extra geoefend met werkwoorden hebben en zijn

- vorige lessen A-F woordjes zijn herhaald

- quiz lessonUp = gedaan

- huiswerk van deze les is hopelijk af

- jullie hebben goed gewerkt.

werkwoord zijn (sein) en hebben (haben)

0