les 12 oefenen met teksten wo 6e uur 29-9-21 klas 1hv1

Welkom! Klas 1HV1
6e uur NE
29-9-2021
Les 12  

Oefenen met teksten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! Klas 1HV1
6e uur NE
29-9-2021
Les 12  

Oefenen met teksten

Slide 1 - Tekstslide

Voorleestijd!
Zomerwoud van Linda Dielenmans

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les(sen)
Wat weet je nog?

Open je chromebook en doe mee!

Slide 4 - Tekstslide

timer
0:30
Wat weet je nog van de vorige les(sen)?

Slide 5 - Woordweb

The spinner!

Slide 6 - Tekstslide

Welke woordstrategie heb je in dit hoofdstuk geleerd?
A
Zoek een synoniem
B
Zoek een voorbeeld
C
Zoek een tegenstelling
D
Zoek een omschrijving of definitie

Slide 7 - Quizvraag

De betekenis van een woord kun je vaak
dankzij de context vaststellen.

Wat betekent 'context' ?
A
het tegenovergestelde van een woord
B
de toon waarop het gezegd wordt
C
het tekstdeel rond het onbekende woord
D
de opmaak rond het onbekende woord

Slide 8 - Quizvraag

Huiswerkcontrole
L. theorie van lezen, schrijven, kijken en luisteren en spreken en gesprekken (H1)
M. opdr. 1 t/m 4 (blz. 25 en 26)

Kijk je antwoorden naar op Classroom!
timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

Vandaag!
Oefenen met teksten

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen
Je leert:
  • hoe het is om vragen bij een tekst te maken.
  • a.s. vrijdag SO tekst!

Slide 11 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 12 - Tekstslide

timer
0:30
Wat moet je doen tijdens een proefwerk of SO?

Slide 13 - Woordweb

opdracht
Jullie krijgen een tekst.
Jullie maken de antwoorden op je antwoordblad. 
We kijken de tekst samen na!

Het is een oefentoets. Het is dus niet voor een cijfer!
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Correctiemodel Oefentoets 1hv
Hoofdstuk 1 versie C
2pt 1 (2 = alles goed, 1 = 2 goed, 0 = 0-1 goed)
          (1) Je bekijkt de tekst.
          (2) Je leest de eerste alinea.
          (3) Je geeft antwoord op de vraag: waarover gaat deze tekst?

2pt    2 A (echte) vriendschappen
2pt    3 C Meer dan honderdvijftig vriendschappen kan het menselijk brein niet aan.
1pt     4 B Het moet iemand zijn met wie je minstens één keer per jaar contact hebt.
              C Het moet iemand zijn om wie je geeft.
2pt    5 C veel vrienden op sociale netwerken hebben van wie je alles kunt volgen
1pt     6 B Je krijgt stress van meer dan honderdvijftig vrienden.
              C Je kunt maar met een klein groepje mensen een vriendschap onderhouden.
2pt    7 Je buurvrouw of je nichtje zijn vrouwen en die zijn er beter in om                                            vriendschappen via sociale netwerken te onderhouden (zie alinea 4). Mannen                    hebben fysieke aanwezigheid nodig om vriendschap te kunnen hebben.













Slide 15 - Tekstslide

Begrepen?

Slide 16 - Tekstslide

Evaluatie Lesdoelen
Ik weet:
  • hoe ik vragen bij een tekst moet maken.
  • dat we vrijdag SO tekst hebben!

Slide 17 - Tekstslide

Ik vond deze les:
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Huiswerk
vrijdag 1 oktober 2021
5e uur
SO tekst!
Leren de theorie van lezen H1 blz 12  (het onderwerp van een tekst)

Slide 19 - Tekstslide