Les 9

Les 9
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Les 9

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica - Indirecte rede: Als je wilt weergeven wat een ander gezegd of gevraagd heeft.
Zinnen met dat. Vragen met of/ vraagwoord

Structuur:
na dat/of/ vraagwoord komt er een bijzin. Werkwoorden komen achteraan.

Directe rede 
Karin: Ik bel je vanavond.
Indirecte rede: (voorbeeldzin met dat)
Karin zegt dat ze je vanavond belt.

Directe rede 
Mike: Zijn jullie nog op vakantie geweest?
Indirecte rede: (Voorbeeldzin met of) Of gebruik je bij ja/nee-vragen.
Mike vraagt of jullie nog op vakantie geweest zijn/ zijn geweest.

Directe rede
Jan: Waarom willen jullie in Den Haag wonen?
Indirecte rede (Voorbeeldzin met vraagwoord) Vraagwoord gebruik je bij vraagwoordvragen
Jan vraagt waarom jullie in Den Haag willen wonen.



Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 81
Abayomi: Ik maak een doelpunt.
Wat hoopt Abayomi?

1 Abayomi hoopt dat.....................................................................................
Abayomi hoop dat ze een doelpunt maakt.

2 André zegt dat..............................................

3 Per vindt dat ....................................................

4 Ze denken dat .....................................................

5 De onderzoeker gelooft dat ........................................................

6 De docent ziet dat .................................................................

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 8 blz. 87 Vragen met vraagwoord

1 De vraag is .................................

2 Ik vraag me af ............................................

3 Ik vroeg .....................................................

4 We gaan kijken ..................................................

5 Het is onduidelijk ..........................................................

6 Ik weet niet ...................................................................


Slide 4 - Tekstslide

Mening geven, kijk op blz. 85


1 Wat vind je van het weer in Nederland?
2 Hoe vind je de Harry Potter boeken?
3 Denk je dat er in Nederland veel corruptie is?
4 Vind je dat Mark Rutte een goede leider is?
5 Wat is je mening over Nederlandse muziek?


Slide 5 - Tekstslide

Feestdag in jouw land
- Naam van het feest
- Wat vier je?
- Wanneer vier je het?
- Wat eet je?
- Wat doe je?
- Hoe viert de persoon het in Nederland?

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 12 en 13 
Geef antwoord in hele zinnen

Slide 7 - Tekstslide

Liedje
Luister naar het liedje
Geef je mening over het liedje
Geef in maximaal 5 zinnen aan waar het liedje over gaat

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Huiswerk:

M opdracht 14
+
Schrijfopdracht B1 (zie bijlage e-mail)

Slide 10 - Tekstslide