STONES CHAPTER 6, 1HV
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke sporten vind je leuk om te spelen?
Slide 2 - Open vraag
Beoefen/speel je een sport?
Slide 3 - Open vraag
Tennissen kan leuk zijn maar ik zou er beter in kunnen zijn.
Slide 4 - Open vraag
Oefen je veel?
Slide 5 - Open vraag
Zwem je een of twee keer per week?
Slide 6 - Open vraag
Vergelijkingen maken.
Slide 7 - Open vraag
Zij is de meest talentvolle zangeres van onze klas.
Slide 8 - Open vraag
Sarah is de beste fotograaf die ik ooit heb gezien.
Slide 9 - Open vraag
Schaken is een van de oudste spelen ter wereld.
Slide 10 - Open vraag
Het lijkt veel op voetbal behalve dat er minder spelers zijn.
Slide 11 - Open vraag
Praten over je (sport) helden.
Slide 12 - Open vraag
Waarom bewonder jij hem?
Slide 13 - Open vraag
Zij is het beste in voetbal.
Slide 14 - Open vraag
Hij won twee gouden medailles op de Olympische Spelen.
Slide 15 - Open vraag
Zij is een voorbeeld omdat ze de sport erg populair maakte.
Slide 16 - Open vraag
Hij vertelt altijd dat alles mogelijk is.
