De Regels van Voetbal

De Regels van Voetbal
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundePrimary Education

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Regels van Voetbal

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet je alles over de regels van voetbal.

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet je al over de regels van voetbal?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Doel van het spel
Het doel van voetbal is om meer doelpunten te scoren dan de tegenstander.

Slide 4 - Tekstslide

Leg het doel van het spel uit.
Het speelveld
Een voetbalveld is 100 meter lang en 64 meter breed.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe groot een voetbalveld is.
Het starten van het spel
Het spel begint met een aftrap.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf hoe het spel begint.
Buitenspel
Een speler staat buitenspel als hij dichter bij de doellijn van de tegenstander staat dan de bal en de voorlaatste verdediger.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat buitenspel is.
Gele en rode kaarten
Een scheidsrechter kan gele of rode kaarten geven aan spelers die de regels overtreden.

Slide 8 - Tekstslide

Beschrijf wanneer een scheidsrechter gele of rode kaarten geeft.
Strafschop
Een strafschop wordt toegekend aan een team als de tegenstander een overtreding begaat in het strafschopgebied.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit wanneer een team een strafschop krijgt.
Einde van het spel
Een voetbalwedstrijd duurt 90 minuten en eindigt wanneer de scheidsrechter het fluitsignaal geeft.

Slide 10 - Tekstslide

Vertel wanneer het spel eindigt en hoe lang het duurt.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.