In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
oefentoets periode 1 persoonlijke zorg
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de eerste stap in het methodisch werken stappenplan?
A
Evaluatie van resultaten
B
Oplossingen bedenken
C
Actieplan opstellen
D
Probleemverkenning
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een belangrijke stap na de probleemverkenning in het methodisch werken stappenplan?
A
Probleemanalyse maken
B
Actieplan uitvoeren
C
Doelen formuleren
D
Reflectie op process
Slide 3 - Quizvraag
Wat is een essentiële stap in het methodisch werken stappenplan voor het behalen van resultaten?
A
Reflectie op proces
B
Doelen bijstellen
C
Acties uitvoeren
D
Probleemanalyse maken
Slide 4 - Quizvraag
Welke stap komt na het formuleren van doelen in het methodisch werken stappenplan?
A
Resultaten evalueren
B
Plan van aanpak maken
C
Acties uitvoeren
D
Probleemverkenning herhalen
Slide 5 - Quizvraag
Welke stap volgt direct na het uitvoeren van de acties in het methodisch werken stappenplan?
A
Doelen formuleren
B
Plan van aanpak maken
C
Resultaten evalueren
D
Probleemverkenning herhalen
Slide 6 - Quizvraag
Wie stelt het zorgleefplan op?
A
De cliënt alleen
B
De zorgverzekeraar
C
Familieleden alleen
D
De zorgverlener en de cliënt samen
Slide 7 - Quizvraag
Wanneer moet het zorgleefplan worden aangepast?
A
Bij veranderingen in de situatie
B
Elke maand zonder reden
C
Alleen bij ziekenhuisopname
D
Bij elke afspraak met de huisarts
Slide 8 - Quizvraag
Wat bevat een zorgleefplan?
A
Alle medicaties van de zorgverlener
B
Een lijst van zorgverleners
C
Financiële informatie van de cliënt
D
Persoonlijke zorgafspraken en doelen
Slide 9 - Quizvraag
Welke domeinen behoren tot het zorgleefplan?
A
Opleiding
B
Participatie
C
Recreatie
D
Welzijn
Slide 10 - Quizvraag
Noem een domein van het zorgleefplan.
A
Zelfredzaamheid
B
Veiligheid
C
Werk
D
Vervoer
Slide 11 - Quizvraag
Wat is de eerste stap in het zorgproces?
A
Evaluatie
B
Implementatie
C
Probleemidentificatie
D
Planning
Slide 12 - Quizvraag
Wat is de laatste stap in het zorgproces?
A
Diagnose
B
Uitvoering
C
Planning
D
Evaluatie
Slide 13 - Quizvraag
Verschil tussen een zorgleefplan en een zorgplan
Slide 14 - Open vraag
Een zorgleefplan gaat over alle aspecten die belangrijk zijn voor de kwaliteit van leven van een zorgvrager. Het ZLP omvat daarom vier levensdomeinen, welke?
Slide 15 - Open vraag
In de verzorging maken we gebruik van methodisch werken in het zorgproces. Het zorgproces is een proces van terugkerende stappen. In het zorgproces onderscheiden we zes stappen.
Slide 16 - Open vraag
Hoeveel slaap heeft een volwassene nodig en hoeveel slaap heeft een kind nodig.
Slide 17 - Open vraag
Wat wordt bedoelt met de biologische klok.
Slide 18 - Open vraag
Functies van slaap
Slide 19 - Open vraag
benoem de stadia van slaap
Slide 20 - Open vraag
factoren die de slaap beïnvloeden
Slide 21 - Open vraag
benoem activiteiten die de slaap en rust bevorderen
Slide 22 - Open vraag
wanneer spreek je van een infectie
Slide 23 - Open vraag
wanneer spreek je van een besmetting
Slide 24 - Open vraag
Wat kan een besmettingsbron zijn voor infecties?
A
Bacteriën
B
Zonneschijn
C
Virussen
D
Luchtvervuiling
Slide 25 - Quizvraag
Een infectie kan door verschillende besmettingsbronnen veroorzaakt worden, geef tenminste 3 voorbeelden van een besmettingsbron.
Slide 26 - Open vraag
Hoe kan een kruisinfectie zich verspreiden?
A
Via de lucht.
B
Via handen en oppervlakken.
C
Alleen door seksueel contact.
D
Door voedselvergiftiging.
Slide 27 - Quizvraag
Wanneer is een kruisinfectie ernstig?
A
Bij kwetsbare patiënten.
B
Bij iedereen gelijk.
C
Nooit ernstig.
D
Alleen bij ouderen.
Slide 28 - Quizvraag
Wanneer spreek je van een kruisbesmetting.
Slide 29 - Open vraag
Wanneer spreek je van een kruisinfectie.
Slide 30 - Open vraag
Wat is een belangrijke stap in handhygiëne?
A
Handen afvegen met een doek
B
Handen wassen met zeep
C
Desinfecteren met alcohol
D
Handen niet aanraken
Slide 31 - Quizvraag
Waarom is persoonlijke hygiëne belangrijk?
A
Zorgt voor een betere uitstraling
B
Bevordert gezondheid
C
Geeft meer zelfvertrouwen
D
Voorkomt infecties
Slide 32 - Quizvraag
Hoe vaak moeten zorgverleners hun handen wassen?
A
Slechts als ze tijd hebben
B
Bij zichtbare vervuiling
C
Elke 2 uur
D
Voor en na elk contact
Slide 33 - Quizvraag
Wat is een veelvoorkomende infectiebron?
A
Ongewassen handen
B
Schone kleding
C
Schoonmaakmiddelen
D
Gepersonaliseerde handdoeken
Slide 34 - Quizvraag
Wat is een bedhekje?
A
Een veiligheidsvoorziening voor in bed.
B
Een type bedmatras.
C
Een kussen voor ondersteuning.
D
Een dekbed voor warmtevraag.
Slide 35 - Quizvraag
Wat is het doel van een til lift?
A
Om het bed hoger te maken.
B
Om het bed te verplaatsen.
C
Om de zorgvrager makkelijker in en uit bed te helpen.
D
Om nachtlampen te plaatsen.
Slide 36 - Quizvraag
Waarom zijn antislipmatten belangrijk?
A
Om het bed extra comfortabel te maken.
B
Om decoratie toe te voegen.
C
Om een betere nachtrust te garanderen.
D
Om vallen te voorkomen bij het opstaan.
Slide 37 - Quizvraag
Je maakt het bed van een zorgvrager met langdurige bedrust op. Waarop moet je letten om decubitus te voorkomen?
Slide 38 - Open vraag
Een zorgvrager is bedlegerig. Hoe maak je dit bed hygiënisch, veilig en ergonomisch op?