klas 4TL - bij Hfd. 9 - uitleg Vergrotende en overtreffende trap
het bijvoeglijk nw.
- vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
het bijvoeglijk nw.
- vorm en plaats van het bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Tekstslide
't bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. bv. : leuke, aardige, lieve, stomme, luie, idiote, schattige, enz.
Slide 2 - Tekstslide
de vorm van 't bijvoeglijk naamwoord
Het bijv. nw. in het woordenboek, is de vorm die mannelijk e.v. is.
Om het vrouwelijk te maken, moet je daaraan eenE toevoegen. Het meervoud maak je door er een Sachter te zetten. Als een woord vrouwelijk meervoud is, hoort er ES bij.
bv. : le garçon idiot (mnl e.v.)
la fille idiote (vrl. e.v.)
les garçons idiots (mnl. mv)
les filles idiotes (vrl m.v.)
Slide 3 - Tekstslide
mnl. ev.
vrl. ev.
mnl. mv.
vrl. mv.
-
+ e
+ s
+ es
bv.: klein = petit
petit
petite
petits
petites
Slide 4 - Tekstslide
bijzondere vormen (I) :
mnl ev.
vrl. ev.
mnl. mv.
vrl. mv.
mooi
beau
belle
beaux
belles
nieuw
nouveau
nouvelle
nouveaux
nouvelles
oud
vieux
vieille
vieux
vieilles
verliefd
amoureux
amoureuse
amoureux
amoureuses
woedend
furieux
furieuse
furieux
furieuses
nieuws-gierig
curieux
curieuse
curieux
curieuses
Slide 5 - Tekstslide
bijzondere vormen (II) :
mnl ev.
vrl. ev.
mnl. mv.
vrl. mv.
lekker
bon
bonne
bons
bonnes
dik
gros
grosse
gros
grosses
wit
blanc
blanche
blancs
blanches
lang
long
longue
longs
longues
eerste
premier
première
premiers
premières
laatste
dernier
dernière
derniers
dernières
Slide 6 - Tekstslide
de plaats van 't bijvoeglijk naamwoord
In het Frans is het normaal om de bijvoeglijk naamwoordenACHTER het zelfstandig naamwoord te plaatsen. bv:
de moderneschool = l’écolemoderne
de aardigeleraar = le professeur sympathique
de geweldigeleerling = l’élèveformidable
Slide 7 - Tekstslide
VOOR het zelfst. nw. komen:
beau-bon- joli
haut -long- petit
jeune- vaste-grand
vieux- mauvais-méchant
autre-nouveau-gros
Slide 8 - Tekstslide
vertaling:
mooi -lekker- leuk
hoog -lang- klein
jong- enorm-groot
oud- slecht-stout
ander-nieuw-dik
Slide 9 - Tekstslide
de vergrotende trap
- vergelijkingen: meer dan, net zoals minder dan
Slide 10 - Tekstslide
Vergelijkingen
X is ... er dan Y = plus ... que
X is even ... als Y = aussi ... que
X is minder ... dan Y = moins ... que
Slide 11 - Tekstslide
Tim is groot = Tim is groter dan Max = Tim is even groot als Max =
Tim is minder groot dan Max =
Liz is groot =
Liz is groter dan Bo =
Liz is even groot als Bo =
Liz is minder groot dan Bo =
Tim est grand
Tim est plus grand que Max
Tim est aussi grand que Max
Tim est moins grand que Max
Liz est grande Liz est plus grandeque Bo
Liz est aussi grande que Bo
Liz est moins grandeque Bo
Slide 12 - Tekstslide
Tim is mooier dan Max
A
Tim est plus beau que Max
B
Tim est aussi beau que Mac
C
Tim est moins beau que Max
D
x
Slide 13 - Quizvraag
Tim is even mooi als Max
A
Tim est plus beau que Max
B
Tim est aussi beau que Max
C
Tim est moins beau que Max
D
x
Slide 14 - Quizvraag
Tim is minder mooi dan Max
A
Tim est plus beau que Max
B
Tim est aussi beau que Max
C
Tim est moins beau que Max
D
x
Slide 15 - Quizvraag
Miranda is even mooi als Diana
A
Miranda est plus beau que Diane
B
Miranda est plus belle que Diana
C
Miranda est moins belle que Diana
D
Miranda est aussi belle que Diana
Slide 16 - Quizvraag
Marie en Eva zijn mooier dan Eline
A
Marie et Eva sont plus belles qu'Eline
B
Marie et Eva sont aussi belles qu'Eline
C
Marie et Eva sont moins belles qu'Eline
D
Marie et Eva sont plus beaux qu'Eline
Slide 17 - Quizvraag
Tim en Max zijn minder mooi dan Nick en Tom
A
Tim et Max sont plus beaux que Nick et Tom
B
Tim et Max sont aussi beaux que Nick et Tom
C
Tim et Max sont moins beaux que Nick et Tom
D
Tim et Max sont moins beau que Nick et Tom
Slide 18 - Quizvraag
Marc is ouder dan Marie
A
Marc est plus vieux que Marie
B
Marc est aussi vieux que Marie
C
Marc est moins vieux que Marie
D
Marc est plus vieille que Marie
Slide 19 - Quizvraag
Mare is even oud als Vivianne
A
Mare est plus vieille que Vivianne
B
Mare est aussi vieille que Vivianne
C
Mare est moins vieille que Viviane
D
Mare est aussi vieux que Vivianne
Slide 20 - Quizvraag
Eva en Marc zijn minder oud dan wij
A
Eva et Marc sont plus vieux que nous
B
Eva et Marc sont aussi vieux que nous
C
Eva et Marc sont moins vieux que nous
D
Eva et Marc sont moins vieilles que nous
Slide 21 - Quizvraag
de overtreffende trap
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Zet het bijvoelijk naamwoord in de overtreffende trap - de grootste Paul est ................. garçon de la classe. (grand)
Slide 26 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - het duurste Cette maison (v.ev) est .... du village. (cher)
Slide 27 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - het aardigste Eva est .... de mes copines. (sympa)
Slide 28 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - de hoogste Ces deux bâtiments (m.mv) sont .... de la ville. (haut)
Slide 29 - Open vraag
Zet het bijvoeglijk naamwoord in de overtreffende trap - de mooiste Ce sont ... chansons (v;mv) de Lady Gaga. (beau)
Slide 30 - Open vraag
Ce restaurant est ______________ de la France. (het beste)