Préposition pays
1 / 25
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Nora habite.........Italie
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 2 - Quizvraag
Je suis ........Senegal
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 3 - Quizvraag
On est.......Etats-Unis
A
à
B
en
C
au
D
aux
Slide 4 - Quizvraag
Tu habites......Londres?
A
en
B
au
C
à
D
aux
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Frankrijk
Spanje
Verenigde Staten
Nederland
België
Turkije
la Turquie
Les Etats-Unis
la France
la Belgique
l'Espagne
les Pays-Bas
Slide 12 - Sleepvraag
Vrouwelijk
(eindigt op een -e)
Meervoud
(eindigt op -s of -x)
Mannelijk
(eindigt op iets anders dan -s, -x of -e)
la Tunisie
le Portugal
l'Angleterre
les Etats-Unis
l'Allemagne
les Pays-Bas
le Danemark
le Maroc
Slide 13 - Sleepvraag
Je suis (in) _____ Allemagne.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 14 - Quizvraag
Je vais (naar) _____ Rotterdam.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 15 - Quizvraag
Je suis (in) _____ Suède.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 16 - Quizvraag
Je vais (naar) _____ Maroc.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 17 - Quizvraag
Je vais (naar) _____ Londres.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 18 - Quizvraag
Elle est (in) ________ Belgique.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 19 - Quizvraag
Elle est (in) ________ Danemark.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 20 - Quizvraag
Je vais (naar) _____ Etats-Unis.
A
au
B
aux
C
en
D
à
Slide 21 - Quizvraag
Vertaal
Ik ben in Parijs.
Ik ben in Parijs.
Slide 22 - Open vraag
Je viens ... Flandre.
A
en
B
à
C
de
D
de la
Slide 23 - Quizvraag
J'habite ... Afghanistan.
A
au
B
en
C
à
Slide 24 - Quizvraag
Il va ... Cambodge.
A
en
B
à
C
au
